zondag 22 november 2020

op naar de zestig 42


Onder het nuttigen van een frisse neut Fürst Bismarck Kornbrand onderhield B. mij met de hem kenmerkende rust over de bizarre verhalen van Platonov, die volgens mij, hoewel ze communistisch van inslag zijn, veel verwantschap vertonen met het zich aan de andere zijde van het spectrum ophoudende futurisme, over een bibliofiel uitgegeven bundel met door Paul Claes vertaalde erotische gedichten van Apollinaire en, ten slotte, over de tweedelige turf Het huis van de regering van Yuri Slezkine. Ik kwam, na ons gesprek aan de toog van het voormalige café dat B. betrekt, verrijkt terug van een zonder doel aangevatte wandeling.