dinsdag 6 december 2016

los ingeslagen 340 / droom # 103


1 april 2002

Ik lees in de zon op het terras de verre van volmaakte, behoorlijk verouderde maar toch intrigerende roman Leviathan van Julien Green.

*

(…)

*

Ik zou willen beginnen met de opruiming van mijn bibliotheek, maar zie er geen beginnen aan…

*

Ik start het leesproject ‘Casanova’.

*

We brengen palen en kippendraad naar J. & L. en krijgen daar een behoorlijke dosis aperitief toegediend.

*

F. belt: P.’s handtas ligt in de nachtwinkel. Wat is er gebeurd? Ik ben met de fiets naar de nachtwinkel om sigaretten geweest, de handtas moet op de bagagedrager hebben gelegen en is voor de nachtwinkel op het trottoir gevallen. Een eerlijke vinder heeft de tas aan de nachtwinkeluitbater gegeven, en die heeft in P.’s telefoonboekje F.’s telefoonnummer gevonden…

*

Elf uur: beide zonen komen naar beneden en melden dat er ‘een grote mug’ boven G.’s bed tegen de muur zit. Ik verschalk het dier met mijn pantoffels en breng T. aan het lachen door – nadat ik, met mijn rug naar hem gekeerd, het kreng door het venster naar buiten heb geworpen – kauwbewegingen te maken.

*

In Frankrijk en België worden aanslagen gepleegd op synagogen. Eadem semper. Toch geen herhaling van de geschiedenis: dit keer zijn het de moslims, en is het niet de verwende West-Europese elite die zondebokken zoekt voor de frustratie die is veroorzaakt door een ongeventileerde behoefte aan agressie. Hoewel, ik lees Klemperer, en stel vast dat de vooroorlogse commotie waar hij het over heeft tot op zekere hoogte vergelijkbaar is met die van vandaag…

*

Droom: 24 uren van Le Mans. Ik zie de ‘bolides’ voorbijrazen. Ik bevind mij op een evacuatiestraat, waar ambulances klaarstaan. Een verpleegster ruggelings gezien. Ze heeft een gordel om met kokers (een verwijzing naar de gordels met explosieven die de Palestijnse zelfmoordcommando’s onder hun kleren dragen?).


2 april 2002

Ik begin met de opruiming van mijn bureau beneden: de bibliotheek moet naar boven verhuizen, naar het bibliotheekkamertje, uit het zicht… Op heel wat ruggen kleeft een bruine film van vet en nicotine en stof.

*

(…)


3 april 2002

(...)

*

Ik ontmantel de badkamer (gedeeltelijk): verwijdering van de ‘planchetten’.

*

Naar S’s atelier. Ik kom er tot niet veel, begin mij af te vragen of dat ‘tekenen’ wel zin heeft.


4 april 2002

‘4-4-2002’ zou een mooie datum zijn om met een propere lei te (her)beginnen.

*

Raak me niet aan luidt de titel van het postuum verschenen boek van de vorig jaar overhoop gereden Jos Decorte.

*

Marie-Anne Debaere had beloofd dat mijn nu al een half jaar geleden geschreven recensie van De Dijns laatste boek in de speciaal aan filosofie gewijde boekenbijlage van vandaag zou verschijnen. Maar neen. Die recensie verschijnt wellicht nooit meer. Ik kan mij ten andere nauwelijks nog herinneren wat ik heb geschreven. Ik ben uitgerangeerd.

*

Amusement van twaalfjarigen: Dries D. stuurt via e-mail pornotekeningen naar T.. Per toeval onderschep ik ze. Wat moet ik doen?

*

Tv-documentaire over de propaganda rond ‘Poor Little Belgium’ waarmee in Engeland en Amerika enthousiasme voor de Eerste Wereldoorlog werd geronseld. Een van de gevolgen van de overdreven berichten over door de Duitsers afgehakte kinderhandjes en dergelijke was dat de berichten over de judeocide 25 jaar later aanvankelijk op heel wat scepsis stuitten.


5 april 2002

Casanova, De school van het leven:
[12]: ‘Omdat ik er dus niet volkomen zeker van kan zijn dat ik onsterfelijk ben totdat ik heb opgehouden te leven, zal men het mij wel vergeven dat ik geen haast heb die waarheid te ontdekken.’
[18]: ‘Gelukkig of ongelukkig, het leven is de enige schat die de mens bezit, en degenen die niet van het leven houden, zijn het niet waard.’

*

Julien Green, Leviathan:
[297]: ‘…deze man, door zijn excessen versleten en opgebrand, zocht minder de liefde dan wel de rust der zinnen.’

*

Ik wil, van de Kruispoort komend, met mijn fiets links de Dampoortstraat inslaan, en word voorgelaten door de lijkwagen die met brandende lampjes en lichten van de tegenovergestelde richting komend op weg is naar het kerkhof (of de oven).

*

Ik ruim mijn boeken op – en besef dat de tijd niet te verschalken is. Het rag, de film van nicotine en vuil: treurig.

*

We gaan met de kinderen in de kamermuziekzaal van het nieuwe concertgebouw een muziekinstallatie met aan kabels opgespannen lege tonnen bekijken en beluisteren. Ontgoochelend. (…)

*

(…)