De auto zelf komt uit Argentinië, da’s alvast een heel eind
uit de buurt. Het lijkt me wel wat, met zo’n kar door Europa tuffen en dan op
een grauwe herfstochtend vlakbij het Brugse stadscentrum een ruitje opendraaien
om de temperatuur te polsen. Vervolgens haal je voor elk – want je bent
natuurlijk met je lief op stap – twee pistolets bij de warme bakker en een
klomp boter in het Diksmuids Boterhuis. Waarna je op het terras van Cranenburgh
een koffie gaat drinken terwijl je met je Argentijnse, eventueel Patagonische,
ogen de schoonheid van het Brugse Marktplein peilt. Op de Volkswagen camper
staat een websiteadres vermeld en daar vind ik een, weliswaar ergens in
september in Griekenland afgebroken, reisverslag met foto’s en summiere
Spaanstalige verslagjes uit de landen waarvan de vlaggen het als palmares
fungerende stickerfries op de achtersteven sieren: Albanië, Kroatië, Italië,
Zwitserland, Baskenland, Portugal, Spanje, Frankrijk, Nederland en dan zijn er
nog een paar die ik niet herken of kan thuiswijzen. De volgorde begint
alfabetisch maar eindigt in geografische inconsistentie – ook dat is avontuur.
Ja, ik zou het wel willen, met zo’n camper mijn versie van In Europa schrijven.