zaterdag 24 maart 2012

ongefotografeerd 31-35

31. langs het weggetje tussen Moerbrugge en Beernem: een elektriciteitscabine met een rode zitbank ervoor

32. te Brugge, langs de Bevrijdingslaan: de in paarse en roze kleuren geklede man die voor me een bakfiets bestuurt, bevindt zich in mijn blikveld een seconde naast een publiciteitspaneel waarop in dezelfde kleuren reclame wordt gemaakt voor een nieuw aardbeiensnoepje
33. te Brugge, bovenop de Gistfabriek: de twee ten teken van rouw voor het busongeluk in Zwitserland halfstok wapperende Belgische vlaggen, vastgemaakt aan tijdelijke standaarden en dus niet aan masten die daar permanent op het dak staan

34. te Dudzele: een vrouw poetst het koperen huisnummer (3) van haar huis op en doet mij denken aan een van mijn verste literaire herinneringen, een gelijkaardige scène in het begin van Biljarten om half tien van Heinrich Böll – ik las dat boek in 1979
35. op verschillende plaatsen in Brugge: de stadsbussen waarop, als ze maar voor een derde of de helft gevuld zijn, sinds het ongeluk in Zwitserland de meeste mensen achteraan zitten