woensdag 15 december 2010

baraque lecture 81 / uit een mail aan S.

Het is vreemd hoe je soms boeken leest waarvan je de indruk hebt dat ze precies op tijd komen. De onbehaaglijkheidsfactor van Jonathan Franzen was er zo een, vooral omwille van de vorm – en nu Een Frans leven van Jean-Paul Dubois. Neen, het is zeker geen literaire hoogvlieger, het is een heel conventioneel verteld verhaal. Ongetwijfeld nogal autobiografisch – al doet dat er eigenlijk niet toe. Dubois kadert een persoonlijke geschiedenis in de bredere context van een halve eeuw recente Franse politiek. Een al bij al povere en voor de hand liggende structuur. Maar het boek, de ‘roman’, grijpt me aan omdat ik nooit eerder zo pregnant – en af en toe al te uitdrukkelijk, op het larmoyante af – de hedendaagse eenzaamheid heb verwoord gezien. Het onvermogen om de dingen samen te houden – de gezinnen, de levensprojecten, de levens tout court – en dat in een wereld die, naarmate hij globaliseert, zelf ook desintegreert en zijn betekenis verliest.

Het einde van het verhaal laat maar weinig hoop open. Mensen verouderen, ze kunnen geen vrienden maken, laat staan vrienden bewaren, ze moeten zich bezighouden met zinledige activiteiten (jaccuzzi’s verkopen of bomen fotograferen), ze leven niet meer op dezelfde manier in dezelfde gemeenschap met hun kinderen zoals zij nog min of meer verbonden waren met hun ouders. En uiteindelijk is het niet veel meer dan een kwestie van puur overleven, zich vastklampen aan een flinterdunne levenslijn, bomen snoeien in een al dan niet concrete tuin.

(...)