071007 - De hotelkamer, buiten het keienstrand, ver van het wereldtoneel waarin een Koude Oorlog woedt, en boven dat alles de oneindige sterrenhemel die alles relativeert: in het kleinood Aan Chesil Beach van Ian McEwan heeft alles een duidelijk afgelijnde plaats. De soundtrack is die van de aanrollende golven, die op de keien van het strand breken en terug naar zee ritselen: dat gaat al eeuwen door, zolang zelfs dat de zee er in is geslaagd alle keien op het kilometers lange strand op formaat te sorteren – en op die manier is het centrale gebeuren van dit boek, een catastrofale huwelijksnacht, ook in de tijd gesitueerd en gerelativeerd.
Luister naar deze discrete soundtrack, die op een tiental plaatsen in het boek de aandacht opeist. Heel discreet, nauwelijks merkbaar, maar toch nadrukkelijk genoeg om een onheil-aankondigende, maar tegelijk ook vertroostende grondtoon te vormen.
p. 9: ‘de zee, wier gestage aanvallende en terugtrekkende beweging het geluid van flauwe donder maakte en dan opeens weer langs de kiezels ruiste’;
p. 20: ‘het geluid van kleinere golven die vaker braken, als glazen die in de verte kapotvielen’;
p. 79: ‘Toen waren even plotseling de golven weer als voorheen, zachtjes tinkelend en schurend over de kiezels.’;
p. 93: ‘Ze luisterde naar de verre golven’;
p. 121: ‘Het geluid van golven die met geregelde tussenpozen op de kust braken’;
p. 139: ‘een soort impasse van onbestemde lengte waarin ze naar de golven luisterden’;
p. 153: ‘terwijl het geluid waarmee ze moeizaam vorderde verloren ging in het breken van kleine golven’.
Ian McEwan, Aan Chesil Beach, De Harmonie (Amsterdam 2007)