Waarover zou ik kunnen schrijven? De verrechtsing aan deze
en gene zijde van de Atlantische Oceaan? De toenemende ongelijkheid overal in
de wereld en de armoede bij ons, wat Homans er ook moge over zeggen? De verdringing
van onafhankelijke objectieve berichtgeving door commercialisering,
emotionalisme en ‘posttruth’? De migratiestromen die zeker niet zullen afnemen,
terwijl onze verhouding met wat afwijkt van ons kapitalistisch fundamentalisme nu
al ongemakkelijk is? De graaicultuur en het gesjoemel? Ja, er valt wel het een
en ander te bespreken, maar ik laat dit alles hoe langer hoe liever aan anderen
over. Zij doen dat grondiger en beter. En bovendien, wat haalt het uit als ik
het doe?
Er is namelijk ook nog iets anders – iets wat me verlamt. Want
zeg nu eens zelf: wat is dringender, de genoemde problemen of de volgende? Dat
de radioactiviteit vanuit Fukushima zich nu al in de hele Stille Oceaan heeft
verspreid en dat dit proces zich met een nooit geziene intensiteit voortzet?
Dat er, zoals ik las, plasticresidu’s zijn teruggevonden in de diepste kloven
van de oceaanbodem? Dat het klimaat volop aan het opwarmen is, wat zich
bijvoorbeeld manifesteert in het ongezien snel afsmelten van het poolijs? Dat
we in Vlaanderen een van de hoogste concentraties fijnstof inademen? Dat de biodiversiteit
dramatisch snel verschraalt?
Dat alles maakt schrijven ijdel en vergeefs. Het kost me steeds
meer moeite om mijn alsmaar grotere weerzin en wanhoop te overwinnen. Ik denk
dat ik voortaan enkel nog kan proberen de schoonheid te dienen en daarin troost
te vinden.