maandag 20 februari 2017

de winter van 2017 – 18



Het schrijven gaat me niet goed af de laatste tijd. Ik kom er niet toe, het klinkt allemaal zo ijdel en het is in elk geval vergeefs.

Waarover zou ik kunnen schrijven? De verrechtsing aan deze en gene zijde van de Atlantische Oceaan? De toenemende ongelijkheid overal in de wereld en de armoede bij ons, wat Homans er ook moge over zeggen? De verdringing van onafhankelijke objectieve berichtgeving door commercialisering, emotionalisme en ‘posttruth’? De migratiestromen die zeker niet zullen afnemen, terwijl onze verhouding met wat afwijkt van ons kapitalistisch fundamentalisme nu al ongemakkelijk is? De graaicultuur en het gesjoemel? Ja, er valt wel het een en ander te bespreken, maar ik laat dit alles hoe langer hoe liever aan anderen over. Zij doen dat grondiger en beter. En bovendien, wat haalt het uit als ik het doe?

Er is namelijk ook nog iets anders – iets wat me verlamt. Want zeg nu eens zelf: wat is dringender, de genoemde problemen of de volgende? Dat de radioactiviteit vanuit Fukushima zich nu al in de hele Stille Oceaan heeft verspreid en dat dit proces zich met een nooit geziene intensiteit voortzet? Dat er, zoals ik las, plasticresidu’s zijn teruggevonden in de diepste kloven van de oceaanbodem? Dat het klimaat volop aan het opwarmen is, wat zich bijvoorbeeld manifesteert in het ongezien snel afsmelten van het poolijs? Dat we in Vlaanderen een van de hoogste concentraties fijnstof inademen? Dat de biodiversiteit dramatisch snel verschraalt?

Dat alles maakt schrijven ijdel en vergeefs. Het kost me steeds meer moeite om mijn alsmaar grotere weerzin en wanhoop te overwinnen. Ik denk dat ik voortaan enkel nog kan proberen de schoonheid te dienen en daarin troost te vinden.