dinsdag 7 augustus 2007
39 * 27,14 * 1214
Mocht ik in een iets betere conditie verkeren, ik zou niet aarzelen om de uitdrukking ‘het aangename aan het nuttige paren’ te gebruiken – hoewel, een paar cd-roms per fiets naar Beernem brengen in plaats van met de auto is bij dit weer nu ook weer niet echt onaangenaam. De start verloopt nochtans niet zo voorspoedig. Aan het ‘Bloedput’ genaamde kruispunt valt – niet door mijn schuld maar wel door mijn toedoen – bijna een oud mannetje die op z’n koersfiets gezeten zijn voeten in van die ouderwetse pedaalhaken aan het murwen was en daarbij danig van zijn lijn afweek. Hij valt dus níet, maar ik wacht hem desalniettemin op om mij van zijn goede gezondheid te vergewissen, en mijmer de volgende kilometer over de voors en tegens van klikpedalen en pedaalriempjes. Langs het kanaal naar Gent sta ik, stevige wind in de rug, in een mum van tijd in Beernem alwaar ik, voorhoofdzweet plengend op de arduinen vloer voor de receptiebalie van mijn klant, mijn vrachtje aflever. De rit voert mij verder langs Oedelem, en vanaf daar op de vertrouwde wegen van weleer: Oedelem-Berg, de boerderij van Paul Demeester, het kasteel van Male, de Aardenburgse Weg en de manège De Blauwe Zaal. Op Oedelem-Berg meen ik een portemonneetje te zien liggen op de kasseien, ik keer terug en het blijkt een keutel te zijn. Met Paul Demeester overigens zat ik zes jaar op de lagere school, en ik zag hem een jaar of tien na het laatste studiejaar nog één keer toen hij op het punt stond in zaal Schuttershof op Sint-Kruis een vrijgezellenbal te betreden. En kijk, daar haalt nu op zijn erf een prompte dame met roodgeverfd haar de gedroogde was binnen…