zaterdag 10 juni 2006
35 * ? * 445
Langs het kanaal naar Oostende. De golfslag van het water slaat tegen de met hout versterkte oever aan de overkant: hier is net een boot gepasseerd. Richting Oostende want ik heb er geen gekruist. Ik haal de boot in. Maar precies op datzelfde ogenblik haalt een vlak boven het water vliegende aalscholver mij in, én de boot. De aalscholver gaat vlak voor de boot op het water zitten en duikt dan, op het allerlaatste moment, wanneer ik al denk dat hij zich stomweg door de boot zal laten overvaren, naar beneden. Het kan niet anders of het dier heeft, al doende, geleerd dat in de woeling die door de boot wordt veroorzaakt, méér te vangen valt. Bij het keerpunt in Zandvoorde denk ik dat ik de hele tijd tegen de wind in heb gereden, maar dat blijkt een vergissing. De zeebries is stevig en waait de hele weg terug, langs Houtave en Stalhille, stevig in het nadeel. Ik geniet nog even van het felle rood, wit en geel van klaprozen, kamille en boterbloem in de berm, maar het overheersende gevoel is pijn in de benen en een algehele futloosheid.