zondag 25 juni 2006
98 * 30,15 * 999
Met negen rijden we, wind in de rug, met een pittig tempo naar Diksmuide. Daar wijst de boordcomputer meer dan 32 per uur als gemiddelde aan. De exploten van D op de Ventoux vorige week – op elke brug over een snelweg wordt hij op zijn klimmerskwaliteiten getest! – en het voetbalfestijn tussen Argentinië en Mexico van gisterenavond zijn de vaakst aangesneden gespreksonderwerpen. Onder de IJzertoren rijdt P rechtdoor: hij moet ‘op tijd bij zijn schoonmoeder’ zijn. Het begint te regenen. Op de terugweg, er wordt nog altijd stevig doorgereden, is iedereen stil en geconcentreerd: het neerkomende en opspattende regenwater is niet wat je noemt veiligheidsbevorderend. In Zerkegem stappen we af om de stoelen van het dorpscafé af te spoelen. Terug buiten is het even de koude verbijten. Maar fietsen in de regen, het heeft wel iets. En de vaststelling dat ik nu eindelijk de conditie begin beet te hebben is ook prettig.