Bezoeker Paul R. reageert op het Marcel-stuk hieronder:
En toch Pascal, durven die 'vrouwentongen' nog 'ns op de beste vensterbanken voor te komen...
Dank u, Paul, voor de reactie en sta mij toe daarop in de semi-openbaarheid van deze blog op mijn beurt te reageren.
Marcel speelt ergens tussen halfweg de jaren zestig en halfweg de jaren zeventig. Toen waren vrouwentongen wel degelijk muf. Dat er intussen een postmoderne nieuwe waardering voor deze vetplant-die-maar-weinig-moet-worden-gesoigneerd is ontstaan, is mij ook niet ontgaan. (Mijn ouders, enfin mijn moeder want potplantinteresse is doorgaans een vrouwenmaterie, mijn moeder dus had een vrouwentong in een isomo pot (een pot van piepschuim) en ik herinner mij dat er vanuit de verborgenheid van de potinhoud en de wortels daarin een scheut van die plant zich dwars door die isomo een weg naar de beslotenheid van onze huiskamer had geboord. Ik herinner mij dat ik dat voor een vrouwentong een bijzonder spectaculaire, zij het zich over meerdere maanden uitstrekkende, move vond. Het bleef voor mij lange tijd het spectaculairste wat ik van een vrouwentong mocht ervaren. (En ik denk nu, retrograad, aan de beangstigende beklemming waarmee scheuten in terracottapotten niet door de wand heen kunnen boren: de verschrikking van de levend-begravene.))