woensdag 22 februari 2006
Vrije meningsuiting (4/6)
Hij dacht verder na. ‘Net zo min als een toeval verdiend of onverdiend kan zijn, een esthetische voorkeur kan worden afgedwongen, een verkeersreglement naar eigen goeddunken kan worden nageleefd – zo kan ook een meningsuiting niet vrij zijn.’ Hij vond dat mooi geformuleerd. ‘Er lijkt een groot misverstand te heersen’, overwoog hij. ‘De vrijheid waarvan sprake in de uitdrukking “recht op vrije meningsuiting” is een vrijheid die slaat op het uiten van de mening, niet op wélke mening er wordt geuit. Bijvoorbeeld dat alle terroristen moslims zijn, zoals toch, min of meer (want natuurlijk met ironie – maar dat snapt niet iedereen), door die Deense cartoons wordt gesuggereerd. Of erger nog: alle moslims terroristen (want ook die interpretatie circuleert, je houdt het niet voor mogelijk). Of in elk geval dat de islam meer dan het christendom tot terrorisme aanzet. (Waarbij in één moeite alle intoleranties, kruistochten, inquisities en missioneringen uit het christelijke verleden, en christelijk geïnspireerde ethische fundamentalismen, bijvoorbeeld inzake seksuele geaardheid, celibaat of aidspreventie, uit het christelijke heden worden "vergeten".)’ Dat overdacht hij allemaal.