dinsdag 30 januari 2024

honderd woorden 561

DROOM #155

Bij mijn clubje sebaldiana verzamelende sebaldianen zal ik zeker hoge ogen gooien met mijn verslag van het intieme onderhoud dat ik had met een aardige sebaldienne – misschien was het wel Sebalds dochter, die in de auto aan zijn zijde zat toen hij een attaque kreeg en tegen een boom reed. Maar eerst moet ik thuis geraken. Ik ben ergens nabij Sint-Niklaas, heb geen licht op mijn fiets en verdwaal in een verkaveling waar de wegen opgebroken zijn. Het station van Gent is nog ver – 13 kilometer, spelt een wegwijzer –; mijn laatste trein vertrekt om 21u27. Mijn situatie is uitzichtloos.