donderdag 30 mei 2019

Cédric Klapisch, Chacun cherche son chat (1996)

Een eenvoudige, pretentieloze film. Low budget. Acteurs en -trices zonder kapsones. Een bijna simplistisch verhaal, over een kat die verdwenen is en over de bewoners van een buurt in het oude Parijs – ik schat, afgaande op de beelden, het XIème arrondissement – die worden gemobiliseerd om het beest te zoeken. Maar niet de kat staat centraal, wel de buurt.

De immobiliënsector ruikt opportuniteiten. De sloopkranen rukken aan, als prehistorische monsters knagen ze aan gebouwen vol geschiedenissen van mensen die verdwijnen, al verdwenen zijn. We zien het volkse Parijs zoals het was vóór de sloop van oude woonblokken, vóór de parkeerreglementeringen, vóór de veralgemeende digitalisering en de totalitaire putsch van smartphone en laptop, vóór het rookverbod in de cafés – en je kunt ervan zeggen wat je wilt, dat het vuiler was en ongezonder, maar Klapisch toont wel hoe samen met de sanering en economisering tot in de fijnste naden van het weefsel ook de gezelligheid en de solidariteit verdwijnen en inmiddels zijn verdwenen. Interessante buren, ook al bleven ze te lang onopgemerkt in de anonimiteit van de grootstad (met al zijn tegenstellingen: jong-oud, man-vrouw, homoseksueel-heteroseksueel, autochtoon-allochtoon of, zoals je dat nu moet zeggen, met een migratieachtergrond), pakken hun boeltje en verdwijnen. Uit het oog, uit het hart? Dat valt te vrezen, in het beste geval nog te bezien.

Of de kat wordt teruggevonden, ik ga het niet spoilen. Maar daarover gaat het dus niet. Chacun cherche… is zeker geen meesterwerk, maar wel een sympathieke en zinvolle film, een kleine bloem in een grootstedelijke woestenij waarin de genoemde tegenstellingen niet per se onoverbrugbaar hoeven te zijn.