maandag 5 september 2016

de zomer van 2016 – 72



5 september


De politicus in hem moet ik niet vanwege zijn liberale dictaten, maar als mens wist Mark Rutte mij in de laatste aflevering van ‘Zomergasten’ van dit seizoen bij momenten wel te charmeren. Toch vroeg ik mij voortdurend af: ‘Gelóóf ik deze man?’ Hij had zelf aan die twijfel bijgedragen door zo opzichtig gewoontjes te willen overkomen. Eenvoudige komaf, eenvoudige jongen, de interviewer bij zijn voornaam aanspreken. Maar met dat pas gestreken dure overhemd leek het er net iets te veel op alsof hij nog maar net van de golfbaan kwam afgestapt, waar hij net een birdie of zes had geput, en met dat de kijker rechtstreeks in de camera kijkend toespreken, verried hij net iets te nadrukkelijk dat hij aan het acteren was, dat zijn performance het resultaat was van geduldig polijstwerk van communicatiespecialisten.

Inhoudelijk heb ik mijn bezwaren, maar dat is omdat ik tegen die vorm van opgeklopt nationalistisch liberalisme ben dat Rutte in mijn ogen net iets te fanatiek probeert uit te venten. Vrij initiatief, geloof dat er voor elk probleem een oplossing staat te dringen, het per se ‘Nederland Nederland laten zijn’. Alsof Nederland geen béter land zou kunnen zijn dan het nu is. Zoals alle landen, trouwens, die bijdragen aan de vernietiging van het klimaat en de planeet, die hun welvaart te danken hebben aan uitbuiting, slavernij en kolonisering, die niet willen afstappen van het geloof dat de vooruitgang nooit zal stoppen.

De keuze van de fragmenten was goed, maar toch iets te strategisch. Dat ze politiek geïnspireerd waren, neem ik Rutte niet kwalijk want je kunt van een minister-president niet anders verwachten. En je moet bereid zijn om van je vooroordeel af te stappen en in te zien dat zo’n man eigenlijk niets goeds kán zeggen als je hem alleen maar op politieke wijze beluistert. Voor de enen is hij te extreem, en voor de anderen niet extreem genoeg. Rutte streefde neutraliteit na en probeerde nadrukkelijk géén misbruik te maken van het drie uur durende podium waarop hij stond. Wanneer hij de mechanismen van de macht toelichtte (met een fragment uit de Engelse House Of Cards), ontkende hij niet dat hij dat soort manoeuvres herkende. Zijn verdediging van onze westerse waarden (aan de hand van een Turkse betoger die een journalist in zijn werk hinderde) vond ik overtuigend, al had ik hem graag, zoals Dyab Abou Jahjah een paar dagen geleden deed in een zeer behartenswaardig opiniestuk (sorry voor de betaalmuur), een onderscheid zien maken tussen die zo hartstochtelijk bejubelde ‘normen’ en ‘waarden’: normen worden door de wet opgelegd en zijn niet voor discussie vatbaar; ‘waarden’ zijn verwikkeld in een proces van voortdurende, democratisch geregelde negotiatie. De obligaat uitgereikte hand naar het hup-Holland-hup-buikgevoel (met een optreden van ‘De Toppers’ in een volle Amsterdam-Arena) leek mij dan weer net iets te goedkoop.

Toch heeft Rutte mij gecharmeerd, zoals ik hierboven schreef. Ik kan dat moeilijk argumenteren, en ik weet natuurlijk ook wel dat je een gladjanus moet zijn op dat niveau. Maar op de een of andere manier kwam hij oprecht over, en ook kwetsbaar. Als mens dan, niet als politicus. Niet ál die gedrevenheid kan voorgewend zijn, denk ik dan. En hij heeft dan toch ook een paar sterfgevallen en eenzame momenten achter de kiezen die hem de dingen zullen hebben doen relativeren. Maar net toen ik warempel zelfs enige sympathie voor de man begon op te vatten, had hij het weer over een telefoongesprek met ‘Vladimir’, waar hij eigenlijk Poetin bedoelde, en deed hij daardoor weer heel het zorgvuldig opgebouwde effect teniet.

Al bij al een boeiende ‘Zomergasten’-aflevering, vond ik. En ik vraag me natuurlijk af hoe bij ons een Michel of een Bourgeois het er vanaf zouden brengen.