dinsdag 1 maart 2016

vierenvijftig 142


23 februari 2016

dinsdag

VERANDERING

© Frank Philippi
Verandering is er altijd. Je verandert zelf, de mensen in je omgeving veranderen, die omgeving verandert. De tijd verandert. Dat is duidelijk als ik op televisie beelden zie die gemaakt werden toen ik nog een kind was. Het zwart-wit van de jaren zestig, het bruin wegtrekkende kleurenpalet van de jaren zeventig. Het moet voor mijn kinderen even ver ogen als de beelden van de jaren twintig en dertig, die in míjn ogen tot een onherroepelijk andere tijd behoren.

De wereld verandert, maar hij verandert niet altijd even snel. Hij lijkt lange tijd te hebben stilgestaan, vind ik. Zeker als je het vergelijkt met de snelheid waarmee nu alles kantelt. De technologie, de communicatie, het tegen grenzen aanstuiten. Dat alles verandert de mens grondig. En nu veranderen ook de geesten in opvallend snel tempo. Het gaat snel. Daar bestaat een woord voor: escalatie. De mensen gaan met getrokken messen tegenover elkaar staan. Velen zijn gespannen, boos, angstig. Een groot gevoel van machteloosheid vervangt de onverschilligheid en het vertrouwen van de tijden waarin alles wél nog evident goed leek te gaan. Het geloof in de vooruitgang is weg. Het geloof tout court is weg. De mens heeft enkel nog zichzelf als maat der dingen en hij komt tot de bittere vaststelling dat dat niet veel is. Niet genoeg. Een paar jaar nog om dood te maken en hup, het is voorbij.

Wat ik beschrijf, mét zin voor overdrijving want het leven is natuurlijk veel mooier dan dat, heeft ook met leeftijd te maken. De dingen veranderen sneller als je ouder wordt. Ze gaan sneller voorbij. Je moet steeds harder werken om een beetje stilstand af te dwingen. En er blijft steeds minder tijd over.
Als er een gevoel is dat mij heel sterk bezighoudt, en dat nieuw is voor mij, dan wel het gevoel dat er voor alles een einde is, en dat alles rondom mij op dat einde afstevent. Wat we hebben, en vooral de manier waarop: dat is niet houdbaar. De mensen lopen gespannen, ze zorgen niet genoeg voor elkaar. En ik vind dat zeker ook van mezelf. Daar gaan brokken van komen. ¶