donderdag 31 maart 2016

driekleur 239



Het beeld van koetsiers in gescheurde kielen, vergulde houten krakelingen boven bakkerijen, vrouwen die met warme pasteitjes ventten, vermengde zich met dat van fluitende kogels, rennende mensen, zwartstalen revolvers, rode vlaggen en de klanken van de ‘Varsjavjanka’: ‘Vijandelijke stormen woeden boven ons, duistere machten drukken ons neder…’
Dit alles was doorweven met de poëzie van de strijd, met een zweem van de nabije vrijheid die schuw gloorde als het winters morgenrood. En met moed, geloof en hoop.
De hele reusachtige Russische laagvlakte keek naar de rode vuurgloed boven Presnja en wachtte op de overwinning van de revolutionaire strijders.

Konstantin Paustovskij, Verre jaren, 157