vrijdag 3 januari 2014

los ingeslagen 152



29 oktober 2013

Een paar dagen geleden op tv een portret van Bourvil gezien. Hoe hij vastliep in zijn typetje. Hoe hij ontgoocheld was in de samenwerking met Fernandel, naar wie hij zo had opgekeken. Hoe hij een afffaire had met een actrice en ondertussen de schijn van het voorbeeldige huisvaderschap probeerde hoog te houden – hij werd uiteindelijk door de ‘media’ gedwongen om een ‘keuze’ te maken en hij ‘koos’ voor zijn ‘gezin’. Zijn vrouw kreeg in de rest van het portret geen al te grote plaats toegemeten. Hoe hij met Louis de Funes wél goed samenwerkte. Bourvil had meestal aan één take genoeg; zenuwpees Funes, tiranniek in zijn rollen maar in werkelijkheid zeer onzelfzeker, moest het wel vijftien keer hernemen. En toch vonden die twee elkaar in een wederzijds respect. En dan die onvergetelijke uitsmijter: Le Cercle rouge. Bourvil, nog maar net 53 geworden, was al doodziek, maar vond toch nog de energie om zijn regisseur, Jean-Pierre Melville, een vrolijke neus te zetten

Melville had Bourvil gevraagd om zich voor zijn rol van commissaris in deze ernstige politiefilm van al zijn tics en trucs als komiek te ontdoen – iets waar Bourvil wonderwel in slaagde, waarmee hij op de valreep toch nog bewees een groot acteur te zijn, een die meer kon dan zichzelf te cabotineren. Hij onderscheidde zich op die manier definitief van Funes en Fernandel. Zoals gebruikelijk had Bourvil het laatste shot van de film voortreffelijk in één keer neergezet. Toch vroeg hij Melville de sequentie nog eens te mogen overdoen. Melville vond dat niet nodig maar kon Bourvil die gunst niet weigeren. Hij had nog wat pellicule over en bracht alles in gereedheid voor een tweede take. Bourvil en zijn medespeler komen opnieuw aangewandeld terwijl ze de conclusie trekken uit het zonet afgelopen onderzoek. En dan begint Bourville, graatmager en met de dood al in de ogen, opeens als een gek te dansen en te zingen van ‘La tactique du gendarme’ – wat een hilarisch maar tegelijk zeer ontroerend beeld oplevert. Zijn tegenspeler kijkt verbaasd op, probeert zijn rol nog wat aan te houden maar geeft zich dan gewonnen en barst in lachen uit.