actuele vraag 4
Ronald J., dé Ronald J. die momenteel voor het Hof van Asissen in Tongeren terechtstaat wegens drievoudige moord, heeft gevraagd – én verkregen – dat er van hem niet alleen geen film- of fotomateriaal wordt verspreid, maar ook dat er geen tekeningen mogen worden gepubliceerd waarop hij herkenbaar figureert. Het gemak en de snelheid waarmee het Hof op de eisen van de beklaagde is ingegaan, roepen vragen op. Du jamais vu. Geen foto’s, oké, tot daar aan toe – maar waarvan getuigt de eis om ook geen tekeningen te publiceren, sinds jaar en dag en al van voor de algemene verspreiding van de persfotografie toch dé methode om, via de omfloersende omweg van de lichtelijk vervormende artisticiteit, tegemoet te komen aan de behoefte van het publiek aan beelden?
Wat anders dan behoefte aan aandacht zit er achter deze vraag van de beklaagde? Het is paradoxaal natuurlijk, maar Ronald J. is intelligent genoeg om te weten dat hij door exposure te laten verbieden nog méér exposure krijgt. ’t Is het resultaat van een verregaande vorm van ijdelheid. Narcisme. ‘Toen hij gisteren binnenkwam in de assisenzaal zag hij er nog exact hetzelfde uit als op de foto's van toen,’ merkt De Standaard Online fijntjes op.
Waarom is het Hof van Assisen van Tongeren ingegaan op Ronald J.’s eis – nadat het eerder ook al de advocaten een zwijgplicht had opgelegd, veel strikter dan ze gewoon zijn? Heeft het iets te maken met portretrecht? Neen, zegt men, het heeft te maken met veiligheid. Dat is natuurlijk flauwekul. Wat zou er onveilig zijn aan een vlijtig penselende gerechtstekenaar? En met een potloodslijper kun je toch ook niet zomaar een zwaarbewaakte beklaagde te lijf?
Ik durf te hopen dat de rechter die deze informatiegerelateerde maatregelen heeft uitgevaardigd een statement heeft willen plaatsen. En wel over de genoemde behoefte van het publiek aan beelden – en over de gretigheid waarmee ‘de media’ aan die behoefte proberen tegemoet te komen. ‘We moeten toch beelden hebben’, klagen die media nu. Ah ja? En waarom? Waarom zijn die beelden nodig?
Ik ga een stap verder. Waarom is er eigenlijk verslaggeving nodig over een proces? Neem nu dat andere zwaar gemediatiseerde proces van een paar maanden geleden. Toevallig ook in Tongeren. De zogenaamde parachutemoord. Ik vind: tussen het nieuwsfeit dat er iemand op verdachte wijze ter aarde is gestort zonder dat zijn parachute is opengegaan en de uiteindelijke veroordeling van de dader, zoveel maanden later, is er eigenlijk geen nieuws. Een proces is bij uitstek een non-event, of beter, een nog niet voltooid event. Zolang de beklaagde niet veroordeeld is, geniet hij, of zij, het voordeel van de twijfel en zeker ook het recht op privacy. Dat maakt deel uit van de essentie, van datgene waar het in de rechtspraak om draait. Ook al staat de schuld van de beklaagde al op voorhand onomstotelijk vast – zoals het geval is met Ronald J., die immers al heeft bekend. Enkel de uitspraak heeft nieuwswaarde. Al de rest is sensatiezucht – bij het publiek –, profileringsdrang – bij de advocaten – en commercieel belang – bij de media. Er wordt niet meer genoeg stilgestaan bij het feit dat door die vanzelfsprekend geworden en veel te voorbarige exposure de rechten van zowel slachtoffers, nabestaanden, getuigen, betrokkenen als (eventuele of mogelijke) daders worden geschonden. Dat is het wellicht waarop de rechtbankvoorzitter in Tongeren wil wijzen.
Als dat zo is, dan vind ik dat hij gelijk heeft.
En daarom moet de actuele vraag niet luiden: ‘Heeft een seriemoordenaar portretrecht?’, maar: ‘Moeten wij ons niet eens dringend bezinnen over de manier waarop de media rechtszaken coveren?’