Van gisteren zal ik mij een tijdje herinneren dat, omdat in het Centraal Station de trein van twintig over acht naar Knokke en Blankenberge was aangekondigd met veertig minuten vertraging, B. en ik naar boven waren gegaan om een sandwich te zoeken en bij de enige nog open bar waren blijven hangen om een pint te drinken waar ik, midden in ons gesprek met de Vietnamese uitbaatster, in gebrekkig Frans gevoerd, hoorde dat le train est scindé à Bruges, waarop we naar beneden stormden – ik moest mijn glas half leeg (of half vol) op de toog achterlaten – en net op tijd op het perron arriveerden om de trein, amper tien minuten en niet de aangekondigde veertig minuten te laat, voor onze neus te zien vertrekken. Of hoe een mens die meer dan op tijd is een trein met vertraging kan missen.
Vandaag moet ik werken voor Poëziekrant, brengen we een bezoekje aan N., moet ik naar het gemeentehuis om mijn identiteitskaart te laten vernieuwen, ontvang ik mijn kinderen en zal ik wellicht wat tijd hebben voor lectuur of voor een film, vanavond.