zaterdag 17 januari 2009

Mijn woordenboek (215)

AFSTAND

Het zou hier kunnen gaan over het plezier dat verbonden is met het uren achter elkaar met 130 per uur van de ene péage naar de andere Franse landschappen te doorkruisen – een plezier dat elementair is, of misschien beter: basaal omdat het wellicht appelleert aan instincten die zich diep in onze voorvaderen hebben geworteld toen zij op een of andere toendra nog achter bizons aan hosten. Of het zou kunnen gaan over de zich tot onoverbrugbare kloven uitdiepende onvermogens en onbereikbaarheden die het sociale verkeer, ook tussen bekenden, kennissen en vrienden, tegenwoordig kenmerken. Maar ik wil het over flessen hebben.

De kunstschilder Giorgio Morandi, u kent hem misschien wel, specialiseerde zich in het konterfeiten van flessen. Nuja, flessen. Ook potjes, kannetjes, vazen waren zijn dada. Om kort te gaan, de hele porseleinwinkel die hij met – het weze hem niet ontzegd – een sterk ontwikkelde smaak voor keramiek- en glasblazerskunst in zijn atelier verzamelde. Voor sommige van die recipiënten had hij een bijzondere voorkeur want ze duiken in meerdere van zijn voorstellingen op. Maar daar gaat het nu niet over.

Ik wil het hebben over mijn schilderleraar, de heer JJ. Hij rijdt nu op zondag in een lederen pak op een Harley door de polders en heeft een leeuwenvlag aan zijn gevel hangen en begeeft zich bij mijn weten al zeer geruime tijd niet meer aan de schilderkunst – maar indertijd heeft hij mij wel zeer veel geleerd en ik blijf hem daar dankbaar voor. In die mate zeer veel dat ik voor hem een ereplaats vrijhoud in mijn pantheon van leermeesters, naast mijnheer D, die mij leerde lezen, mijnheer G, die mij leerde niet argeloos te zijn, mijnheer F, die mij leerde hoe in de geschiedenis alles altijd terugkeert en dat de mens den mens een wolf is, en mijnheer B, die mij leerde wat schoonheid is.

Mijnheer JJ leerde mij wat afstand is. Dat zit zo. Hij toonde ons, zijn leerlingen van de zaterdagse schildersklas, een schilderij van Morandi. Wij vonden dat toen nog raar – laat ons maar zeggen dat wij nog niet wisten hoe salonfähig de Italiaan zou worden. ‘Flessen’, antwoordden wij op de vraag wat wij zagen. ‘Mis’, luidde de repliek. ‘Kijk goed.’ Wij keken goed maar hoe goed wij ook keken, wij zagen niet wat JJ wilde dat wij zagen. Tot hij het ons uiteindelijk zelf zegde – op een zodanige manier dat ik althans het nooit vergeten ben en dat heet dan: pedagogie.

Waar het in de schilderijen van Morandi om gaat, dat zijn niet de flessen, of toch niet in de eerste of enige plaats, dat is, al evenzeer als de flessen (potjes, keukengerief), de ruimte tussen de flessen. De afstand. Het is maar door die afstand dat de flessen fles kunnen zijn.

En kijk, wat een levensles is dat niet! Je zou voor minder in een pantheon terechtkomen.