zaterdag 5 juli 2008

Mijn woordenboek (195)

AFLEVERING

De helft van het plezier van een aflevering van een goed feuilleton is dat zij op een geregeld tijdstip in de week wordt uitgezonden. Rond het bekijken ervan, liefst samen met anderen, gezinsgenoten bijvoorbeeld, ontstaat een ritueel. Zoals vroeger bijvoorbeeld het bijwonen van de H. Mis een ritueel was waarvan de regelmaat en het gezamenlijk zich eraan onderwerpen minstens zo belangrijk waren als de inhoud, zo wordt nu samen met de huisgenoten naar een feuilleton gekeken, eventueel zelfs een ‘dwaas’ feuilleton, omwille van de gezamenlijkheid. Veel heeft het vaak niet om het lijf, zo weinig zelfs dat mocht je er alleen voor staan, je jezelf niet de moeite zou getroosten ernaar te kijken.

In sommige gevallen, afhankelijk van het uur van de uitzending, kan de aflevering van het geliefde feuilleton aanleiding geven tot een speciaal ritueel. Elke zondagavond zitten we samen met een bakje friet met een zwanworst, een tomaat, zelfgemaakte mayonaise en een koele pint bij de aflevering van De Kampioenen – ik zeg maar iets.

De vreugde van de begingeneriek met het inmiddels bekende muziekje, dat eventueel wordt meegezongen. Laat het nu maar beginnen. Zit nu eindelijk eens stil.

De kwaliteit van het gebodene hoeft niet eens hoog te zijn, het gaat om de gedeelde vreugde, de huiselijkheid, de zekerheid dat dat moment er komt en dat er volgende week nog zo een zal zijn. Vandaar ook altijd het lege gevoel dat de kijker na een laatste aflevering bekruipt: niet zozeer omdat het feuilleton nu afgelopen is – want eerlijk gezegd, zo goed was het nu ook weer niet – maar wat doen we volgende week? Dat is de reden waarom soaps maar blíjven duren. Duizend en meer afleveringen. De behoefte aan ritueel en regelmaat is des mensen en het is daarop dat wordt ingespeeld door feuilletons of documentaire reeksen. Ze grossieren in huiselijkheid en gezelligheid, leveren daarvan elke week een dosis af.