maandag 3 december 2007

Mijn woordenboek (174)

AFFICHE

Ik herinner mij twee affiches te hebben gemaakt. De eerste was voor een schooltoneeluitvoering van een bewerking van In de ban van de ring – dat was in 1979, dus lang voor de grote Tolkien-hype, en ik had er niets beters op gevonden dan een foto over te tekenen van een hand die tussen wijs- en duimvinger een ring vasthield, ik had overigens met dat schooltoneel geen uitstaans –; de tweede was voor een fuif van de Nieuwe Filosofische Kring, de filosofiestudentenvereniging die in de kelders van het Leuvense Hoger Instituut voor Wijsbegeerte enige diepgang probeerde te verlenen aan de notie ‘studentenleven’ en die daarvoor de nodige fondsen trachtte binnen te rijven middels de op het via zeefdruk vermenigvuldigde, door mij ontworpen aanplakbiljet aangekondigde festieve activiteit. Ik herinner mij niet meer zo goed hoe dat allemaal is afgelopen, maar wat ik wel nog weet is dat er bitter weinig studenten op onze fuif zijn afgekomen. Had dat iets met mijn afficheontwerp te maken? – ik mag hopen van niet. Hoewel, echt blitz was ook deze tekening niet: ik had gekozen voor het hondje van His Master’s Voice, dat met een van zijn beide lange oortjes opgericht zat te luisteren naar de toeterende hoorn van een koffergrammofoon – dat daar muziek uitkwam was wel duidelijk door de muzieknoten die, als geld en bankbiljetten uit een corne d’abondance, uit die hoorn naar buiten werden gekatapulteerd.