woensdag 13 september 2006

Mijn woordenboek (128)

ACTIEBEREIDHEID
In fabrieken waarvan de bestuurders net hebben beslist dat de sluiting onvermijdelijk is geworden, of op het punt staan dat te beslissen, wordt het gemakkelijkst het werk neergelegd. Met een gevulde maag of portemonnee is het lastig actie voeren. Er is gelatenheid (‘toch niets aan te doen, de problemen zijn te omvattend geworden’), er is genoegzaamheid (‘we hebben al bij al niet te klagen’), er is angst (‘het wordt alleen maar erger als we dwars gaan liggen’). Er is gebrek aan solidariteit en aan verder denken dan de eigen neus lang is. Of die van onze kinderen. En er is, op een esthetisch niveau, een onvrede met de ironie die blijkbaar nodig is om alsnog mee op te stappen. De olijke gewoonte van het op ‘ludieke’ wijze actie voeren is op de duur contraproductief geworden: wie wil zich nu nog belachelijk maken in repressief getolereerde optochten, achter alweer een doodskist waarin een of andere sociale verworvenheid of waarde symbolisch wordt ten grave gedragen? Achter gillende verpleegsters die chiroachtig enthousiast niet veel verder komen dan een ‘Wij zijn niet kwaad, wij zijn wwwoest!’ terwijl ze hand-in-hand een spurtje trekken van vijftig meter (handjes in de lucht bij ‘wwwoest’). Neen, voor mij geen frivole barbecue of ordinaire pintenpakkerij om negen uur ’s morgens of gedachteloos autobanden verbranden. In serene en stille stoeten wil ik – gesteld dat ze de goede zaak dienen natuurlijk en niet een of andere ‘witte’ waarde (dat is te vrijblijvend) – nog wel mee opstappen. Neen, de actiebereidheid is ver te zoeken, dezer dagen. Er is zo weinig bereidheid om zich waar dan ook mee te identificeren, zich achter een vlag te scharen, luide een mening te verkondigen. Ook al opgemerkt hoe weinig mensen nog stomweg een sticker op hun auto kleven waarmee ze een of andere voorkeur – zelfs volslagen onpolitieke – zouden te kennen geven? Zelfs dat is al te veel gevraagd. Iedereen blijft, als het op meningen aankomt, liefst zo onzichtbaar mogelijk. Daar kun je niet op aangesproken worden. Maar dan kun je ook niet aangesproken worden. Of aanspreken.