BLIJVENDE SCHADE
Wie de Frans-Belgische televisieserie Sambre nog
niet heeft bekeken, kan ik alleen maar aanbevelen om dat dringend te
doen want ze is van een uitzonderlijk niveau. Dit is waar televisie
voor moet zijn gemaakt, ben ik in een zeldzame bui van
cultuuroptimisme geneigd te denken, en het is een godsgeschenk dat
iedereen die een internetverbinding en een scherm ter beschikking
heeft de zes afleveringen van telkens plusminus een uur gratis en
voor niks en op gelijk welk moment kan bekijken.
De reeks Sambre dankt zijn naam aan de gelijknamige rivier die in Frankrijk ontspringt en bij ons in Namen (Namur) in de Maas uitmondt. Het feuilleton speelt zich voornamelijk af langs het Franse gedeelte van de Samber. Elke gelijkenis met het woord sombre is natuurlijk volstrekt toevallig.
Aflevering 1 legt meteen alle kaarten op tafel. We zien hoe een man op de oever van de Sambre een vrouw aanrandt. Of verkracht, dat is niet meteen duidelijk. Maar het is wel heftig. Deze televisionele realiteit is bevreemdend want we zien meteen wie de man is. Ons verwachtingspatroon als kijker van een misdaadreeks wordt gedwarsboomd. Want inderdaad, deze serie draait niet om de vraag wie de dader is: Sambre is geen whodunit. De reeks draait om de vraag ‘Zullen ze het achterhalen wie het heeft gedaan?’ En ‘ze’, dat zijn de agenten, onderzoekers, inspecteurs, gerechtsdeskundigen, forensische dokters, wetenschappers enzovoort die zich in de loop van dertig jaar of daaromtrent over de zaak buigen.
We krijgen met andere woorden te maken met een totaal ander perspectief dan wat we gewoon zijn. Door geen krimi te zijn, kan Sambre volop een zedenschets zijn, een maatschappelijke studie, een tijdsbeeld.
De makers (Alice Géraud en Marc Herpoux) kozen voor elk van de zes afleveringen een aparte invalshoek. In de eerste aflevering staat het eerste slachtoffer van de serieverkrachter centraal: de kapster Christine; in de tweede de nog erg jonge rechter Irène; in de derde burgemeester Arlette; in de vierde de wetenschapster Cécile; in de vijfde hoofdinspecteur Winckler, een norse maar toch vriendelijke al wat oudere man; en in de zesde aflevering de dader, die we dus al kennen van de allereerste minuten van de eerste aflevering: Enzo.
Vier vrouwen dus, en twee mannen – waarvan er dan nog maar één een positieve rol krijgt. Het kan niet anders dan dat de makers – een ervan, Alice Géraud, ook vrouwelijk en de auteur van het boek dat de basis vormde voor de serie – dit onevenwicht beoogden. Waarschijnlijk omdat het ook de meeste zedendelicten kenmerkt: de daders zijn bijna altijd mannen. Het is zeer opvallend hoe in ongeveer alle afleveringen – behalve dan die vijfde waarin hoofdinspecteur Winckler de hoofdrol speelt – de meeste mannen sullig, dom, agressief, onrespectvol zijn. Ze krijgen, kortom, overwegend negatieve rollen. Behalve dan misschien Enzo-de-dader, die ook een Enzo-de-vader is in een redelijk normaal functionerend arbeidersgezinnetje, waarin hij de eerbaarheid van zijn echtgenote respecteert, met de kinderen speelt, speelgoed in elkaar schroeft en de barbecue aan de praat krijgt. Hij is bovendien een voorbeeldige arbeider in de fabriek en een toegewijd voetbaltrainer, en ook nog eens graag gezien bij de politie, waar hij in opvallend informele omstandigheden regelmatig koffie gaat drinken.
In dat politiekantoor hangt een vrolijke, nonchalante en in elk geval weinig professionele sfeer. Dat lijkt de voornaamste aanklacht van Sambre: hoe – in die tijd althans – het systeem schromelijk tekortschoot. Want hoe is het in godsnaam mogelijk dat een serieverkrachter dertig jaar lang ongestoord zijn gang kan gaan en meer dan vijftig slachtoffers kan maken? Het antwoord is simpel: systemische incompetentie, gebrek aan coördinatie en gegevensuitwisseling, en onachtzaamheid bij de politiediensten. De meest gezochte misdadiger van de wijde omstreken danst voor hun neus, en ze zien hem niet. Ook al staat hij op een gegeven moment vlak naast zijn goed gelijkende robottekening.
Het sterkste en ongetwijfeld ook meest nagestreefde aspect van de serie is dat ze toont wat een seksueel vergrijp doet met de slachtoffers. Alice Géraud en Marc Herpoux thematiseren haarscherp de aangerichte mentale verwoestingen. Want de schade strekt veel dieper dan een snel genezend wurgspoor op de nek, een spermavlek op de kledij, de aangetaste eerbaarheid, het beschadigde vertrouwen. De schade wordt ook zichtbaar wanneer Christine dertig jaar na dato met ademhalingsproblemen af te rekenen krijgt wanneer zij toevallig oog in oog met haar verkrachter komt te staan. Een slachtoffer geraakt de aangerichte mentale ravage nooit meer kwijt.
Een van de laatste scènes van de serie is indrukwekkend. De rechtszaal is volgelopen. Net zoals vroeger in de kerk zitten mannen en vrouwen apart, elk langs een kant van het middenpad. Vijftig vrouwen. Vijftig slachtoffers. Vijftig beschadigde levens. Christine zit centraal in de vrouwengroep. Voor het eerst kan zij de man die haar leven heeft verwoest aankijken zonder in ademnood te geraken.
Sambre is nog tot 20 mei 2026 te bekijken op https://www.vrt.be/vrtmax/a-z/sambre/
