RODENBACH 2.0
Brugge
telt, afgerond, 120.000 inwoners. Daarvan wonen er net geen 20.000 in
de binnenstad (verbazend weinig, toch?), en in die binnenstad slechts
enkele duizenden in de zogenaamde ‘Gouden Driehoek’, die is
uitgeleverd aan het toerisme. Het aantal Bruggelingen dat ‘last’
heeft van de overlast, is met andere woorden zeer beperkt.
Verwaarloosbaar, bijna. Daarmee kan de burgemeester van het nog zeer
traditioneel cd&v-minded Groot-Brugge zich electoraal veilig
achten met zijn ondoordachte capitulatie voor commercie en
spektakelzucht.
Een niet te miskennen realiteit is dat
veel Bruggelingen hun binnenstad loslaten, heb ik zo het gevoel. (Ik
neem mijn eigen ervaring als uitgangspunt, en dan ben ik als inwoner
van een net buiten het centrum gelegen residentiële wijk nog
relatief sterk op de binnenstad georiënteerd.) Ze kijken meewarig
naar de horden, vertonen vermijdingsgedrag en doen hun boodschappen
in de sowieso al excentrisch gelegen supermarkten of online. De
afgelopen decennia zijn veel diensten en voorzieningen al evenzeer
uit de binnenstad verdwenen. Dus, waarom nog daarheen afzakken? Ja,
ze komen tijdens de donkere dagen al eens kijken naar de lichtjes of
in mei wat rondlopen op de foor. En ja, ze ‘shoppen’ misschien
een enkele keer graag in de ‘streets’ die daarvoor blijkbaar
‘gemaakt’ zijn. Althans volgens de handelsgebuurtekring, in
samenwerking met Stad Brugge, zoals de banieren het een tijd geleden
duidelijk maakten. (Die schaamteloze indoctrinatie is nu gelukkig,
naar verluidt, opgedoekt. Zie voor een reactie op die actie:
https://pascaldigital.blogspot.com/2024/06/notitie-426.html
)
Maar is dat voldoende om van een bruisende, levende,
echt democratische stad te spreken, een stad met levendige functies
en openbare ruimten en publieke plaatsen die nog toebehoren aan de
mensen voor wie ze ooit organisch tot stand zijn gekomen? Waar je
niet op zowat elk moment van het jaar iets moet ‘beleven’ of van
iets moet ‘genieten’, maar waar je in alle rust en onopgejaagd
stadsgenoten kunt ontmoeten en ideeën uitwisselen? Waar je niet
voortdurend het geld uit je zakken wordt getroggeld en alles veel te
duur betaalt? Waar je als Bruggeling echt trots kunt zijn op je stad?
Waar je ten volle kunt beseffen welk een voorrecht het is om in zo’n
mooie, redelijk verkeersluwe en al bij al – potentieel – zeer
binnen de mensenmaat gebleven stad te wonen?
Een voorbeeld. Vorig jaar voor het eerst, en dit jaar zou het naar verluidt worden herhaald: de Brugse Halletoren, het symbool van de stad, wordt als scherm gebruikt waarop een vereniging zichzelf afficheert. De stad kondigt dit aan als een klank- en lichtspektakel. Natuurlijk komen daar vele duizenden op af, als motten op een kaars. De mensen zijn nu eenmaal gefascineerd door kleurige lichtjes – daar valt niets aan te doen. Dat het op 11 juli gebeurt, en dat het een Vlaams-nationalistische manifestatie betreft, doet hier niet ter zake. Mochten de communisten of anarchisten of groenen het doen, het zou mij evenzeer misnoegen. Zeker ook omdat tijdens die projectie ook commerciële publiciteit op de toren wordt geprojecteerd. (Vorig jaar was dat toch het geval, is mij verteld.) Kijk, dat is echt een stap te ver. Dit is regelrechte prostitutie. Een stad die zichzelf respecteert, vrijwaart minstens haar symbolen van ideologisch en commercieel geïnspireerd oneigenlijk gebruik, van misbruik dus.
Demografische leegloop (gecombineerd met braindrain en vergrijzing, wat het potentieel aan kritiek ook niet bepaald ten goede komt); kortzichtig electoraal belang bij de bewindslieden; primauteit van de commercie; gelatenheid bij de stilaan onverschillige inwoners, zeker die van de randgemeenten die de binnenstad als een verloren zaak beschouwen: ziedaar waarom de Brugse binnenstad geen stad meer is zoals een stad zou moeten zijn. Bruges-la-morte 2.0, als het ware.
Het schrijnende is dat het stadsbestuur dit niet inziet of niet wil inzien, en dus ook niet van plan lijkt om zich daarover te bezinnen. Neen, nog meer, nog meer, nog meer toerisme. Dat is het enige wat telt. Maar de werkelijkheid is dat het voor de Bruggelingen zelf vaak steeds minder Brugge is.
