HET CONCLAAF
De vorige twee periodes vlak voor de verkiezingen ontvluchtte ik het land om me, ergens alleen in een buitenland fietsend, zo ver mogelijk van de overkill aan pre-electoraal theater te houden. Dit jaar lukte me dat – door omstandigheden – niet. Dus moet ik, hoezeer ik mij ook eraan probeer te onttrekken, door de bagger van wervende slogans, door reclamebureaus gedicteerde oneliners, steeds onbeschaamder fascistisch triomfalisme en de sprekende hoofden op de tv. Ik selecteer zeer streng maar kan niet verhinderen dat toch nog een en ander weet door te dringen tot in mijn ivoren toren. Ik bekijk en beluister het met de ogen en oren van de ongeschoolde en onprofessionele mediaspecialist die ik in mijn ergste nachtmerries soms ben.
Het programma Het conclaaf trok mijn aandacht. Dat moest ik toch eens bekijken: een realityshow waarin de protagonisten van het Vlaamse politieke speelveld definitief vrede nemen met het laatste statusrestant dat hun door de postmoderniteit nog wordt toegeworpen, heel goed beseffend dat de ernst van hun bedrijf enkel nog kan bestaan dankzij de luim van het amusement, dat hun onbeduidendheid in het werkelijke reilen en zeilen van de economische en ecologische stormen die op veel grotere schaal woeden enkel nog kan worden gecompenseerd door het opnemen van een rolletje in het nieuwste product van Eric Goens. Ze doen dat overduidelijk zeer tegen hun zin, maar het kan nu eenmaal niet anders in een van politiek gelul en gescheld vergeven medialandschap. Hoe zouden ze anders nog die anderhalve paardenkop die nog niet weet voor welke kar hij zich zal laten spannen van hun eigen gelijk kunnen overtuigen?
Het conclaaf is theater dat voorwendt geen theater te zijn, waarbij van de acteurs, die weten dat het theater is, wordt verwacht dat ze voorwenden dat ze het niet weten.
Uiteraard vernemen we inhoudelijk niets nieuws. Ziet dat van hier, dat de heren (en mevrouw) politici het achterste van hun tong laten zien en ook maar een halve jota zullen afwijken van wat iedereen die een klein beetje de politiek volgt allang weet. De nieuwswaarde van Het conclaaf is derhalve: nul. Of toch zo goed als nul: uit datgene wat niet wordt uitgesproken, de lichaamstaal bijvoorbeeld, blijkt wel het een en ander. Dat de burgemeester en de premier zelfs vanuit een professionele attitude nauwelijks door één deur kunnen, kan relevante informatie zijn voor wie benieuwd is naar hoe de regeringsonderhandelingen zullen verlopen. Idem voor bijvoorbeeld mevrouw De Sutter, die er blijkbaar in slaagt om door niemand gehaat te worden.
Maar Het conclaaf is wel, ondanks zijn geringe politieke nieuwswaarde, een interessant programma. En wel hierom. Het viel me op dat het voor een keer niet onaangenaam was om deze politici te horen praten. Dat heb ik niet als ze op elkaar zitten in te hakken in een televisiestudio. Ik vroeg me af hoe dat kwam. Ik vond twee oorzaken.
Ten eerste is er natuurlijk de montage. Eric Goens kan voor het samenstellen van een paar afleveringen putten uit een vele malen grotere hoeveelheid materiaal. Uiteraard zit er in dat monteren veel inhoudelijke manipulatie. We kunnen er alleen maar op rekenen dat hier een journalistieke deontologie werkzaam is geweest waarbij zoveel mogelijk de objectiviteit en een evenredige verdeling van aandacht en spreektijd werd nagestreefd.
Maar er is nog iets. Het was een verademing om de moderator nu eens
buiten beeld te houden. Goens beperkte zich tot het stellen van
vragen – en ik moet zeggen: die waren meestal pertinent. Maar wat
mij vooral opviel, was dat de sprekers niet door de moderator
onderbroken werden. Wel door elkaar – en het ging er soms heftig
aan toe – maar niet door de moderator. Het deed me inzien hoezeer
we daar ondertussen gewoon aan geworden zijn: aan het onbehouwen
inhakken op personen die vaak broodnodige nuanceringen proberen aan
te brengen en daarvoor meer nodig hebben dan de zestien seconden die
indertijd volgens Siegfried Bracke de maximale aandachtsboog vormden
van wat volgens hem de gemiddelde kijker was. Werden die zestien
seconden overschreden, dan moest de spreker worden onderbroken. Dat
werkte uiteraard het alsmaar herhalen van dezelfde slogans en
oneliners in de hand want de sprekers begonnen zich aan dat
onderbroken worden aan te passen. Welnu, in Het conclaaf was
dit niet het geval. En daarom alleen al vond ik het bekijken ervan de
moeite waard – ondanks al mijn reserves bij de theatralisering en
opleuking van het politieke bedrijf dat, gezien de omstandigheden
waarin we met z’n allen zijn terechtgekomen, toch nog altijd een
uitermate serieuze aangelegenheid is of zou moeten zijn. In die mate
zelfs dat het zich in een ideale wereld wellicht wat minder in de
openbaarheid zou afspelen. Niet buiten de democratische controle
welteverstaan, maar wel buiten de door kijkcijfers en clicks
geregeerde media die ons kapot moeten amuseren.
https://www.vtmgo.be/vtmgo/het-conclaaf~b1c837b1-640b-47a8-b342-c2131285fb75