Waar
anders leer je om uit sabeltandivoor
gemarineerde
tijgerklauwtjes voor te kauwen,
terwijl
de elegantiemeester alle vrouwen
op
hun verzoek in tarantulahoning dipt
en
Thracisch bladgoud op de pauwenveren stipt
waarmee
we in het tafelzilver vomiteren
om
ruimte voor giraffendijen te creëren
met
zwarte saus van oud Nemeïsch leeuwenbloed,
gerijpte
Hesperidenappeltjes en goed
gedroogde
en gevulde Hydrakaviaar,
een
borrelhapje, snack, het gaat om het gebaar.
Ilja Leonard Pfeijffer, Idyllen, 35
190110