zaterdag 10 juni 2023

notitie 383

FEIT EN FICTIE IN THERESIENSTADT (4/5)

zie hier voor deel 1/5: https://pascaldigital.blogspot.com/2023/06/notitie-380.html
zie hier voor deel
2/5: https://pascaldigital.blogspot.com/2023/06/notitie-381.html
zie hier voor deel
3/5: https://pascaldigital.blogspot.com/2023/06/notitie-382.html


In de roman Austerlitz tekent de ik-figuur, in wie we Sebald zelf herkennen, op wat het ‘Jacques Austerlitz’ genaamde hoofdpersonage hem vertelt. Maar Jacques Austerlitz is wel degelijk een romanpersonage – ook al is hij op een reële figuur gebaseerd, zoals ik leerde uit de biografie Speak, Silence van Carole Angier.

De ik-figuur ontmoet de vreemde zwerver Jacques Austerlitz op gezette tijden, op verschillende plaatsen, telkens onverwacht en toevallig. Tussen hun opeenvolgende ontmoetingen gaat er telkens veel tijd voorbij. Jacques Austerlitz lijkt een zwijgzame man, maar eens hij begint te vertellen, is hij niet te stuiten. De ik-figuur maakt notities, en is op die manier in staat om Austerlitz’ persoonlijke geschiedenis te reconstrueren.

Als nog zeer jong kind van Tsjechisch-joodse ouders werd Jacques Austerlitz via een zogenaamd kindertransport uit de klauwen van de nazi’s gered en naar Groot-Brittannië overgebracht. Daar kreeg hij een andere naam en werd hij, zonder te weten wie hij in werkelijkheid was, door een Welsh koppel opgevoed. Zijn vroegere leven verdwijnt onder de sluiers van amnesie en depressie. Zijn hele latere leven wordt in beslag genomen door de zoektocht naar zijn ware identiteit. Die zoektocht voert hem onder meer naar Praag en naar Terezín.

Typerend voor Sebalds verteltechniek is niet alleen dat hij zijn alter ego, de ik-figuur die ijverig Austerlitz’ verhalen optekent, als een soort van verzachtende buffer tussen de trieste ervaringen van Austerlitz en de lezer plaatst, wat de lezer zou kunnen doen denken dat het allemaal ‘maar fictie’ is, maar ook dat hij, Sebald, tegelijkertijd een omgekeerd effect bewerkstelligt door zijn relaas op te luisteren met foto’s – niet door Austerlitz of door die ik-figuur maar uiteraard door Sebald zelf gemaakt –, foto’s die met hun banale kwaliteit maar al te reëel ogen en niet fictionaliseren maar integendeel aan het relaas werkelijkheidsgehalte toevoegen.






W.G. Sebald heeft het naar aanleiding van de rechtlijnige straten van Terezín over de zonnestad van Campanella, een vroeg-zeventiende-eeuwse utopie. Hij heeft het over nog andere bouwwerken en constructies die zijn ontstaan vanuit een vorm van rationalistisch-utopisch denken, bouwwerken die realisaties zijn van een idee van perfectie, vooruitgang en/of totale controle. In Austerlitz voert hij ons mee naar onder meer naar ons welbekende plekken als het station van Antwerpen, het fort van Breendonk en het Justitiepaleis in Brussel, maar ook naar de tegenwoordig gedesaffecteerde Bibliothèque nationale de France in de rue Richelieu in Parijs. Deze instelling werd vervangen door de megalomane en voor het bewaren van boeken uitermate ongeschikte Site François Mitterand op de linkeroever van de Seine. De voormalige president van Frankrijk liet deze zogenaamde Très Grande Bibliothèque neerplanten uitgerekend op de plek waar enkele decennia tevoren de geroofde bezittingen van gedeporteerde joden werden verzameld alvorens ze, net zoals hun voormalige eigenaars, naar Duitsland werden vervoerd, zij het niet om daar te worden verbrand.