wolkenfragmenten
uit Dagkalender van de poëzie 2012 (samenst.
Tjitske Jansen & Victor Schiferli)
604
de wolken slaan nog altijd sneeuw uit (2/1:
Albertina Soepboer)
605
de lucht is boven wittig teer, rondom / valwolken
en vérgaande boomerijen om / niet heel ver is het ál gestoomde nevel (7/2;
Herman Gorter)
606
Wolken schuiven voor de maan / en
alles is weg (26/2; Rutger Kopland)
607
er zijn steeds tekens in de lucht / als ik me opricht,
de stand van de aarde kantelt / ik denk dat er grauwe regenwolken
uitkomen (10/4; Alpertina Soepboer)
608
Dat wisten we toch allang / dat water een geheugen
heeft? / Het verzamelt alle in hem weerkaatsende wolken (15/5; Bernlef)
609
We blijven haken, / overtreden wetten, laten / ons
betrappen op een blik / in de verte waar wolken zijn. (9/6; Hilde
Keteleer in het gedicht ‘Wolkentaal’)
610
Naar de verte, / door de ogen duizend-en-een / van hun
zusters de regenplassen nagekeken, / trekken de wolken. (15/6; Frans
Kuipers)
611
Het heldere blauw van een morgenzee en van / een wolkeloze
hemel, en een gele kust; alles / mooi en groot door licht overstraald. (23/7;
K.P. Kafavis)
612
wolken samentrekken / voor een regenbui (27/7; Gilles
Boeuf)
613
Een boerendochter smeekt / telkens weer: ‘Kom, regen,
kom!’ / Haar treurende ogen, rusteloos en vol verwachting, /werpen van tijd tot
tijd een blik naar de lucht. / Maar de regen valt niet. De wind, doof voor haar
geroep, / haast zich voorbij, drijft alle wolken uit elkaar (24/8;
Tagore)614
Zoals de wolk zich naar de schilder voegt, / mensen zich de schuld / van de smalle schouders kloppen, / zonder erg en zonder woorden, // zoals jij de tijd neemt om te leven, / van de ochtend tot de avond, / recht de zwarte nacht in, / zo ook, denk ik, denk ik. (26/8; Mark Boog)
615
onder zwarte wolken in de regen (21/10; Gilles
Boeuf)
616
Zet uw paraplu op en steek een gat in de wolken.
(27/10; Gerrit Krol)
617
een stipje in de verte onder een wolkeloze
lucht (5/11; Yvonne Coffeng)
618
Boven de boeren hangt een wolkje. (4/12; Frank
Koenegracht)