zondag 30 augustus 2009

dag 724 – 090810 maandag

Kwart na zeven, ’t is koud en grijze wolken waaien over. Wat later kruipt S de tent uit. Ze vertelt over de soldatenkoeken die ze vroeger at in het leger van Napoleon. De meegebrachte ansichtkaarten van vroegere reizen (Normandië, Dordogne, Alsace) en die ze nu ging gebruiken om te besparen, zijn zoek.

baraque lecture 20
Ik lees Mijnheer sjamaan van Koen Peeters. De seksscène in het 46ste hoofdstuk is zeer geslaagd. (Gisteren, zo herinner ik me nu, passeerden we een dorp dat Sexcles heette.) Op bladzijde 118 staat een mooie zin: ‘Albert stotterde, trilde als een boot die aanlegde.’ Dat is onder meer hierom een mooie zin omdat je niet zo goed weet hoe een aanleggende boot trilt maar je kunt er je wel iets bij voorstellen. Er staan veel van dat soort mooie zinnen in Peeters’ boek. Ik hoop dat het uiteindelijk ook nog ergens heen voert zodat het écht een goed boek wordt, en niet, zoals soms bij Peeters, iets wat even blijft hangen om dan weer snel te vervluchtigen.

Inkopen […].
Terwijl S het eten klaarmaakt, lees ik Peeters, en terwijl ik Peeters lees of beter, van mijn lectuur van Peeters opkijk, staar ik naar mijn sandalen waarop een tiental blauwtjes ik weet niet wat hebben aangetroffen. Het zal wel een zweetgeur zijn.


Het eten smaakt voortreffelijk. Ik ga nu de fietsen klaarmaken voor onze eerste tocht.
We doen de ronde van 62 kilometer. Dat valt […] al bij al nog redelijk mee. Het is wel bijzonder warm. We lopen vertraging op en komen een uur te laat op de aperitief bij J & F, waar ook de EU-ambtenaar en zijn vrouw, vriendin of partner wier naam wij nog niet kennen aanwezig zijn. We hebben het over familienamen (R heet langs achter […]), over verkiezingen en over het verbod om op zondagen het gras te maaien.We eten nog een stuk brood met worst en als de duisternis helemaal is ingevallen, zo rond een uur of tien, gaan we slapen.