baraque lecture 19
Komiek, nooit eerder las ik iets over de schoonheid van elektriciteitsmasten, en nu twee keer kort na elkaar: eerst Alain de Botton, die er in Ode aan de arbeid de lof van zingt, en nu bij Koen Peeters, die ook al gewaagt van de mogelijke schoonheid van deze artefacten: ‘Ben werd dichterlijk van de vreemde biotoop waarin hij werkte. Zou hij poëzie gaan schrijven over de pijpleidingen, de hoogspanningsmasten, het silhouet van een pyloon?’ (Mijnheer sjamaan, 23)
Niet dat het iets betekent, maar wat later dringt het tot me door dat Peeters’ boek exact honderd hoofdstukjes telt, en dat heeft het dan weer gemeen met Yann Martels Het leven van Pi. Benieuwd of Peeters er in zijn boek zelf een verantwoording voor geeft – het zou mij verwonderen indien hij dat niet doet.