In de archetypische voorstellingen zoals we die kennen van kinderbijbels en gravures, en die mijn generatie nog net heeft meegekregen, neemt de goddelijke instantie geografisch (kosmologisch?) gesproken een positie bóven ons in. (Wat dat voor onze antipoden betekent, is natuurlijk een ander paar mouwen – de ruimtelijke situering der goden dateert duidelijk nog van voor de tijd dat de Aarde als bol werd gepercipieerd, van een tijd waarin de Olympus, berg zijnde, evident hogergelegen was dan het tranendal waarin de mens zich een weg door zijn schamele bestaan wroette.) In dit beeld van een benepen achterafkamertje van, ja, ik ben vergeten wat het was, zo benepen was het daar – in dit beeld dus, schemert (als u mij toestaat die woordspeling te gebruiken, het gebeurt echt niet met voorbedachten rade, zij komt zó in mij op, het lijkt wel een goddelijke ingeving) – schemert dus iets van die archetypische voorstelling door: de door toedoen van het kruisbeeld, een stevig staaltje huisvlijt van een nijvere kunstsmid, nadrukkelijk religieus beladen ruimte (nu ja, ruimte) ontvangt licht uit den hoge. Via het bovenlicht. Maar dat vermag niet de beklemming die, naar ik aanneem, ook u bij het bekijken van deze foto overvalt, teniet te doen. Dat vermag al evenmin de aan de linkerwand bevestigde kunstige voorstelling van een frivool ritje per arrenslee door de sneeuw
– een door zijn vrijelijke frivoliteit tergend contrast met de sfeer van geestelijke gevangenschap die in dit kamertje rondwaart.
Met betrekking tot de compositie, en dan keer ik terug naar de volledige foto, weze hier nog opgemerkt dat de spil van het kruisbeeld niet het verdwijnpunt van de perspectief is.
Ten slotte nog iets over de geschiedenis van mijn eigen waardering voor deze foto. Ik maakte haar om die ervaring van benepenheid vast te leggen. Goed, dat ligt min of meer voor de hand. Veel bijzonders biedt de foto niet, maar zij moest toch enkele selecties overleven om in deze ‘Terugblik’ terecht te komen. En nu realiseer ik mij hoeveel het onbewuste meewerkt in een foto. Het is pas nu dat ik mij voor het eerst ten volle realiseer dat de voorstelling op de reproductie aan de muur wel degelijk een belangrijke rol speelt in de algemene sfeer die met dit beeld wordt geëvoceerd, en het is, echt waar, de allereerste keer dat ik dat bovenlicht zie!
De werkelijkheid toont zich nooit onmiddellijk – wat een rijkdom dat te beseffen!