woensdag 5 maart 2008

Mijn woordenboek (185)

AFHANKELIJKHEIDSRELATIE

Hoewel we allemaal begrijpen waarop het slaat, is het natuurlijk een woord dat geen steek houdt: in de relatie zit al de afhankelijkheid besloten (dat is de reden waarom er van een onafhankelijkheidsrelatie niet wordt gesproken); het pleonasme is niet uit de lucht. Daardoor wellicht komt het dat ‘afhankelijkheidsrelatie’ typisch zo’n woord is dat, als je het lang genoeg herhaalt, op de duur niets meer lijkt te betekenen.

Maar goed. Het gaat dan ook eigenlijk niet om afhankelijkheid, maar wel om te veel afhankelijkheid. We hebben te maken met een eufemisme voor verslaving of andere vormen – sociale, psychologische – van karakterloosheid. Zo bekeken is het woord – voor een keer autobiografisch gesproken – mij absoluut niet vreemd. Wat betreft de chemische verslavingen moet, of mag, u weten dat van al mijn verslavingen wellicht het eeuwigdurende en steeds herbeginnende streven om ervan af te geraken nog de grootste is. Ook bij de sociale variant van relaties waarop afhankelijkheid een te grote stempel drukt kan ik mij iets voorstellen. Ik heb zo de indruk dat de chemische afhankelijkheidsrelaties, én de psychologische (neurotische dwanghandelingen, telzucht, systematitis, classificeringsdwang, bloggen), er nu net toe bijdragen om de evidente schade die het gevolg is van een te grote afhankelijkheid in de sfeer van het samenleven met andere homines sapientes te lenigen.