Du reste, vous allez entendre ce soir, ou du moins rencontrer, car ce mâtin-là délaisse trop souvent après diner l’art pour les cartes, quelqu’un qui est un autre artiste que Dechambre, un petit que ma femme a découvert (comme elle avait découvert Dechambre, et Paderewski et le reste): Morel.
(II:901)
Voor de rest zal u vanavond iemand horen, of tenminste ontmoeten want die deugniet verwaarloost na het avondeten te vaak de kunst ten gunste van het kaartspel – iemand die nog eens een andere artiest is dan Dechambre. Mijn vrouw ontdekte die kerel (zoals ze eerder al Dechambre ontdekte, en Paderewski en de anderen): Morel.
Trouwens, u zult vanavond iemand horen spelen, of althans ontmoeten – want die rakker laat na het diner de muziek maar al te graag de muziek om een kaartje te leggen – waar meer in zit dan in Dechambre, een jongen die mijn vrouw heeft ontdekt – zoals ze Dechambre en Paderewski en de rest had ontdekt –: Morel.
(Cornips IV:308)