maandag 8 september 2025

LVO 272

fragment uit Het maaiveld


Vrijheid is een ouderwets woord geworden, maar het zou zoiets kunnen zijn als de mogelijkheid om te vluchten als je je benauwd voelt.’(*)

Op zeker ogenblik zat ik bijna elke avond bij de Devrieses – en ik besef pas nu hoe vreemd het is dat mijn ouders daar niets van zegden. Ik las mijn vriend voor uit Winnetou het grote opperhoofd (want ik had het in mijn hoofd gestoken dat ik iets moest doen aan het gebrek aan culturele vorming waaronder hij volgens mij in zijn beenhouwersschool leed), ik hielp hem met zijn taken Frans en Nederlands, we speelden stratego of keken naar de televisie. Zijn ouders, murw van de gedane arbeid die elke avond eindigde met het halfautomatisch melken van wel vijfentwintig koeien, zaten links en rechts van de schouw elk in hun zetel mee te kijken, meestal naar quizzen of spelprogramma’s op de Nederland 1 of 2. Roger en Agnes. Roger (op wiens graf ik onlangs toevallig stuitte toen ik een van mijn zeldzame wandelingen maakte op het kerkhof van Ver-Assebroek waar ook mijn moeder begraven ligt) – Roger dus had rode kaken en hield zijn zwarte plastic hoedje de hele avond op. Agnes was klein van stuk, ferm in de omgang en stevig in het formaat, met schonkige heupen en pront opgetuigde, puntige borsten. Wanneer Roger – hij altijd als eerste – indommelde, was het stilaan tijd om om op te krassen. We ruimden onze spullen van de tafel en Danny maakte zijn boekentas voor de volgende schooldag klaar. Ik pakte de met levendeverse melk gevulde blikken pul op en haakte hem met het hengsel aan mijn fietsstuur, waarna ik door de duisternis die inmiddels was ingetreden over de zandweg tussen de Astridlaan en de Lorreinendreef naar huis fietste. Thuis parkeerde ik mijn fiets in het tuinhuisje, zette de melkkan in de ijskast, dronk nog een slok water en ging slaapwel zeggen aan mijn ouders die ook, net als de ouders van Danny, in de woonkamer zwijgend naar de televisie zaten te kijken. Maar zij keken naar meestal Franstalige zenders, naar een speelfilm met Jean Gabin of naar Au théâtre ce soir, een rechtstreekse uitzending vanuit een of ander Parijs’ theater van een opvoering van een vaudevillestuk met veel driftig heen en weer hollende personages en deuren in het decor waaruit links altijd iemand tevoorschijn kwam op hetzelfde moment dat er rechts iemand verdween. Ik trok naar mijn slaapkamer waar ik een of andere hoogdravende maar nietszeggende gedachte op papier zette en vervolgens in mijn bed bang afwachtte of ik ook nu weer de slaap niet zou kunnen vatten.

(*) Jan Posman, Waterman en linkshandig, 223