zondag 25 februari 2018

parallel 101



Ik keek naar huizen en ze waren ontdaan van hun gewone betekenis – ik bedoel daarmee alles waar we aan denken als we kijken naar een huis: een bepaalde bouwstijl, het soort kamers; lelijk huis, gerieflijk huis – dat alles was verdampt, en er restte alleen een absurd omhulsel, zoals er alleen een absurd geluid overblijft als je vaak genoeg achtereen het meest alledaagse woord herhaalt zonder te denken aan de betekenis: huis, huisss, huiwzz. 

Vladimir Nabokov, ‘Verschrikking’, in Het vernietigen van tirannen, in Ultima Thule, 360

ǁ

Mijn vrouw stond erop dat we die woordjes nog bleven gebruiken ver voorbij het punt van ergernis, woorden, zoals ik al zei, die ooit een betekenis hadden maar nu alleen nog het verlies van die betekenis betekenden, zoals alle woorden hun betekenis verliezen wanneer je ze te vaak gebruikt en ineens constateert dat ze leeg zijn, eigenlijk geen rotsen dus, maar kadavers, achterhaalde dingen, verschillend van de levenden, verschillend van de niet-levenden, koralen misschien, scherp en gevaarlijk, honderdduizenden scherpe dode wezentjes.

Tim Parks, Europa, 76