donderdag 19 februari 2015

wolken 1367-1374



wolkenfragmenten uit Orhan Pamuk, Het Museum van de onschuld

1367
Steeds als de regen weer in een wolkbreuk ontaardde stond hij van tafel op, ondertussen dingen mompelend als ‘wat een plensbui’, ‘de zondvloed is er niets bij’, ‘God beware me’, en ging met bezorgde blik in de erker uit het raam aan de straatkant staan kijken naar de kolkende waterstromen en naar de omgeving, die er in het vale licht van de straatlantaarn luguber uitzag. (288)

1368
Net als iedereen keken ook zij naar boven, naar de zwarte wolken en het oranje licht dat tegen die wolken weerkaatste. (435)

1369
Een enorme deinende mensenmassa stond naar de brand te kijken, het park werd zowel direct verlicht door de vlammen, alsook door de weerkaatsing daarvan op de wolken, wat een aangenaam soort schijnsel gaf, als het prettige licht van een schemerlamp in een Europees ingerichte zitkamer. (435)

1370
Zodra we voelden dat de moeilijkheden en de narigheden van het leven ons somber maakten, somber als de zwarte regenwolken die zich boven Tophane verzamelden, hulden we ons enige tijd in stilzwijgen en deden, zoals altijd, drie dingen:
  1. Televisie kijken.
  2. Ons glas raki nog eens bijschenken.
  3. Een sigaret opsteken. (461)

1371
Na een lange, donkere winter kwam de zon langzaam maar zeker weer achter de wolken vandaan. (497)

1372
Toen kwamen er een paar zachte wolkjes die langzaam boven me voorbijdreven, een daarvan leek op mijn vader (…) (556)

1373
In de verte lichtte de bewolkte hemel af en toe op met een paarsig, rozeachtig licht. (556)

1374
Uit oranje gekleurde wolken viel ergens in de Balkan een regenbui. (561)