dinsdag 30 april 2013

geen verloren tijd 52

 

Hier begint mijn lectuur van Autour de Mme Swann, het eerste deel van A l’Ombre des jeunes filles en fleurs, het tweede deel van A la Recherche du temps perdu van Marcel Proust. De lectuur van het eerste deel, Du Côté de chez Swann, is hier te vinden.

 

I:431-438

Marcels ouders vatten het plan op om de Marquis de Norpois te dineren te vragen. Moeder stelt dat het jammer is dat ze bij deze gelegenheid dokter Cottard, die op reis is, en ook Swann, die uit de gratie is gevallen, niet kunnen uitnodigen. Vader vindt het wat betreft Cottard jammer, maar is ervan overtuigd dat Swann met sa manière de crier sur les toits ses moindres relations (431:26-27) door de Marquis een ‘onbeschaamde vlegel’ zou gevonden worden en derhalve niet zou bijdragen tot het welslagen – en dat is: statusverhoging bekomen – van het geplande diner. Dat behoeft, richt de schrijver zich rechtstreeks tot de lezer, misschien wel een woordje uitleg, certaines personnes se souvenant peut-être d’un Cottard bien médiocre et d’un Swann poussant jusqu’à la plus extrême délicatesse, en matière mondaine, la modestie et la discrétion (431:30-33). We zullen dus nu eerst een korte toelichting krijgen bij de verschillende personages, achtereenvolgens Swann, Cottard en Norpois.

Ten eerste Swann. Zijn persoon valt in twee delen uiteen: de jonge en onbesproken Swann, die vaak bij de ouders van Marcel op bezoek kwam, en de oudere Swann, die uit de gratie is gevallen door zijn statusverlagende huwelijk met de cocotte Odette, van wie hij een dochter heeft, Gilberte, op wie Marcel smoor is. Men kan zich afvragen wat de verfijning van de vroegere Swann dan kan hebben ingehouden. Is het iets dat eigen is aan zijn ras – Swann is een jood –: une forme plus raffinée de la vanité (432:19), het vermogen om een ware aard van ‘het naïefste snobisme en van de grofste lompheid’ te verbloemen in la plus fine politesse (432:23-24)? Neen, zo gaat het niet. De deugden, die een persoon in zich heeft, ‘vergeten’ soms te veranderen in functie van de gewijzigde omstandigheden. Swann heeft zijn kwaliteiten behouden, maar in de lagere status waarin hij is terechtgekomen doen ze lomp en misplaatst aan. De transformatie van de jonge, gloriërende, naar de oudere, gevallen, Swann heeft zich overigens al voorgedaan op het ogenblik dat de jonge Marcel op de Champs-Elysées naar de gunsten dong van Swanns dochter Gilberte – en de verandering was toen onopgemerkt gebleven bij de jonge Marcel. Misschien was hij toen te jong om dergelijke subtiele maatschappelijke veranderingen te lezen, maar bovendien is er altijd ook de neiging om blind te zijn voor veranderingen: l’idée qu’on s’est faite longtemps d’une personne bouche les yeux et les oreilles (433:11-12); we zien met andere woorden wat we weten.

Met betrekking tot Cottard stelt de schrijver dat we ons hem wellicht zouden herinneren als bien médiocre (431:31). Het is goed eens te kijken waar precies we, in het vorige deel, kennisgemaakt hebben met de dokter. Proust helpt ons: l’époque où l’on a vu assister aux débuts de Swann chez les Verdurin (433:21-22). Het gaat om de passage helemaal in het begin van Un Amour de Swann, hier geparafraseerd in geen verloren tijd 27.

Waar Swann zijn eer is kwijtgespeeld, heeft zich bij Cottard de omgekeerde beweging voorgedaan: voor hem geldt: les honneurs, les titres offficiels viennent avec les années (433:23-24). Aanvankelijk werd hij aangezien als een illettré (433:25) die zich bezondigt aan flauwe woordspelinkjes, nu erkent iedereen zijn capaciteiten als dokter. Deze late erkenning heeft zijn uitwerking niet gemist op Cottards karakter: dat is helemaal gedraaid, un véritable vêtement retourné (434:7-8). In plaats van onzeker is hij nu hautain en koel, eropuit zelfs de dire des choses désagréables (434:16).

De Marquis de Norpois ten slotte is een reactionaire diplomaat en politicus. Hoewel het politieke tij gekeerd is, wordt hij toch nog door de meer vooruitstrevende ministers aangesteld dès qu’il s’agissait des intérêts supérieurs de la France (434:40-41). Van zijn loyaliteit kunnen zij zich verzekerd weten. M. de Norpois beschikt over een diplomatieke ervaring die langdurig genoeg is geweest om geheel doordrongen te zijn van een esprit négatif, routinier, conservateur, dit ‘esprit de gouvernement’ (435:35-36). Wij zouden hem, in onze tijd, een realpoliticus noemen. En zo zien we dat, over de statusverschillen heen, niet la communauté des opinions maar de consanguinité des esprits (436:1-2) de mensen samenbrengt: niet de overeenstemming in de meningen maar de gelijke geaardheid van de geesten.

Norpois heeft geleerd dat het beter is te zwijgen, of toch zeker om weinig woorden te gebruiken – op basis daarvan geniet hij in de commissie, waarin hij samen met Marcels vader zetelt, de reputatie koel en berekenend te zijn. Marcels vader verwondert zich dan ook over de gevoelens van vriendschap die Norpois hem gunt. Hij is zich ervan bewust dat Norpois hem misschien vooral vriendschappelijk bejegent omwille van zijn vrolijke karakter dan omwille van zijn qualités intellectuelles of zijn sensibilité, die toch vaak vooral als lastig en veeleisend worden ervaren.

Marcels moeder is niet zo geporteerd voor de intelligentie van de markies. Zijn taalgebruik is in elk geval op het clichématige af oubollig – zo oubollig dat Proust betreurt er niet zorgvuldiger notitie van te hebben genomen, zodat hij ons nu er enkele voorbeelden van zou hebben kunnen geven. Maar Marcels moeder verbergt haar antipathie voor de markies voor haar echtgenoot omdat ze diens vreugde om de vriendschap met de diplomaat niet wil bederven. Daarmee doet zij niet anders dan haar plicht, op dezelfde manier als dat zij ervoor moet zorgen que la cuisine fût soignée et le service silencieux (437:34-35). Zij doet zelfs haar best de markies toch sympathiek te vinden, al was het maar om ten aanzien van haar man niet leugenachtig te moeten zijn! Dat kost haar al bij al niet al te veel moeite want ze bewondert toch wel Norpois’ stijlvolle voorkomendheid, die hem, wanneer hij op straat Marcels moeder tegenkomt, ertoe brengt om, avant de lui envoyer un coup de chapeau, zijn cigare à peine commencé (437:41-43) weg te gooien, alsook zijn stiptheid, die hem brieven zo snel doet beantwoorden dat de geadresseerde de indruk krijgt dat hun beider brieven elkaar gekruist hebben, en die hem geen enkele uitnodiging doet afslaan, al komt deze van iemand die op de maatschappelijke ladder toch een paar sporten lager staat.