Bij zijn beschrijving van het fort van Breendonk laat W.G. Sebald niet na te vermelden dat het deel uitmaakte van de buitenste verdedigingsgordel van Antwerpen en als zodanig ook van een hyperrationeel uitgedacht en uitgewerkt project dat uiteindelijk volledig aan zijn doel voorbijschoot. Of beter gezegd: de legers tegen dewelke de verdedigingsgordel werd opgetrokken schoten aan die gordel voorbij. Ze passeerden gewoon, lieten het verdedigingsbolwerk links liggen, en probeerden gewoon hun doel te bereiken met de nieuwe gevechtstechnologieën waarover zij beschikten en in het licht waarvan de gepasseerde gordels hoe dan ook nutteloos waren geworden.
Als het nu inderdaad steek houdt deze roman te lezen met deze vestingmetafoor voor ogen, dan sluipt ook die connotatie daarin binnen. Wij kunnen de vesting niet innemen, wij kunnen nooit echt de kern raken, de echte, diepe betekenis van wat hier wordt meegedeeld kunnen wij nooit begrijpen. Het is en blijft maar een poging, een benadering. Uiteindelijk zijn we ertoe veroordeeld af te schampen en aan ons doel voorbij te schieten. De interpretatie is per definitie onvolledig en ontoereikend.