dinsdag 2 februari 2010

mijn woordenboek 245

AHA-ERLEBNIS

Inzicht komt altijd plots, en ervaringen zijn altijd ook een inzicht – dus daar geldt hetzelfde. Het woord aha-erlebnis is derhalve in hoge mate pleonastisch. Elke erlebnis is een aha-erlebnis. Aha, zeggen wij, zó zit het, zó had ik het nog niet gezien. Ook het geleidelijke inzicht eindigt in een plotse omslag. Ook de tragen van begrip schrikken aan het eind. Niet dat datgene wat we zien plots veranderd is. Neen, wij zijn het die plots veranderen. Het is alsof iemand ons een andere bril opzet waardoor we het nu opeens anders zien, of waardoor we het opeens zíen want voorheen zagen we het niet. In elke ervaring steekt iets rorschachachtigs. ‘Een ándere bril? Ik draag geen bril.’ Toch wel, een bril hebben we altijd op. Zonder interpretatiekader zien we niets. En ook dat kunnen we inzien (met welke bril?). Plots beseffen we dat er een kader is, plots zien we het. En dan beseffen we dat elke aha-erlebnis binnen iets ruimers past en dat is dus ook een aha-erlebnis. Een meta-aha-erlebnis. En ook dat weer, enzovoort. Achter elk ervaren, achter elk inzicht, gaapt een duizelingwekkend spiegelpaleis, een zwart gat vol verdubbelingen en als we daarin vallen, wordt ons de adem afgesneden en wordt ons de grond van onder de voeten weggegrist en verliezen we het evenwicht en weten we niets meer. Dan verandert het aha in een zucht of, zoals in de stripverhalen wanneer iemand in een afgrond valt: AARRGGgghh… En dan denken we dat we maar beter niet kunnen denken, maar ook dat is weer een denken en daar gaan we nog eens de dieperik in…