zondag 4 oktober 2009

dag 761 – 090916 woensdag

baraque lecture 30

Kijk, de inleidende alinea van het zoveelste hoofdstuk van Speeldrift van Juli Zeh. (Het hoofdstuk heeft een bijzonder lange titel: ‘De eerste mooie dag van het jaar. Ada verheugt zich erop om voor de rechtbank te mogen verschijnen’. Het begint op p. 288.)

De zon stond brullend als een tandeloze tijger aan de hemel, schoot licht zonder warmte naar de straten van de stad, verblindde door de winter mat geworden ogen, maakte stof en verfrommelde zakdoeken onder de radiator zichtbaar, spotte met de schaamteloze naaktheid van kale bomen en wierp ontploffende bliksemstralen naar de ramen van de bovenste etages.

Dat is nog maar de eerste zin. We hebben al een brullende zon die koud licht uitstraalt naar de straten van de stad (Bonn), een tandeloze tijger, ogen die door de winter mat zijn geworden, verfrommelde zakdoeken onder de radiator, bomen waarvan de kale kruinen schaamteloos naakt lijken en, jawel, ontploffende bliksemstralen. Dan komt er een hele, héle mooie zin:

In de Rheinauen, die het centrum van het stadsdeel Godesberg scheidden en waardoor menig echtscheidingsrechter bij mooi weer per fiets naar zijn werk reed, begon de hemel vlak boven de grond, aan de randen bedekt met lichtgevende sluiers.

Een hemel die vlak boven de grond begint en die aan de randen wordt bedekt met lichtgevende sluiers. Ik kan het mij niet echt voorstellen maar toch weet ik waarover het gaat. Maar het is mij hier vooral te doen om die echtscheidingsrechters. Fantastisch hoe Zeh, in deze schijnbaar overbodige beschrijving, die niet méér lijkt dan het obligate aanloopje naar de actie in dit nieuwe hoofdstuk, een schijnbaar overbodig detail binnensmokkelt dat natuurlijk ook een emotionele lading met zich meevoert en dus helemaal niet overbodig is! En dan gaat het verder, iets gewoner maar dan toch weer zeer opmerkelijk door die fotocollage:

Achter een hek zong een dunne meisjesstem in het Engels iets over de liefde; hij kwam uit de radio van een bestelwagen. Mannen in blauwkatoenen overalls snoeiden de struiken. De eerste mooie dag van het jaar was een trucje van de zomer, die vandaag niet zou komen, en leek meer op een fotocollage dan op een echte ochtend.