050624
Afgezien van de esthetische omstandigheid van de fraai accorderende kleuren – mede veroorzaakt doordat mijn toestel niet juist was afgestemd op de neonverlichting in het lokaal – en de grappigheid van het tafereel, ben ik gehecht aan deze foto omdat hij ook iets zegt over een mechanisme dat in aansprekende foto’s vaak voorkomt: het om de hoek kijken. Fotografie kan thematisch zijn, zich richten op één onderwerp en dat zo goed mogelijk in beeld brengen. Je komt terug van een reis en je toont met je foto’s wat je hebt gezien: het Forum Romanum, de Engelenburcht, de Sint-Pietersbasiliek en, kijk hier, hoeveel scooters daar geparkeerd stonden en – waw! – zo’n coole Romein met blitse zonnebril. Dat is: documentaire. De ene foto is al beter belicht of scherper dan de andere, maar veel valt er niet te beleven. De thuisblijver onderdrukt een geeuw. Foto’s worden maar interessant als ze niet zo eendimensionaal zijn. De goede fotograaf moet het strikt documentaire verlaten. Of toch minstens aanvullen met een surplus. Dit surplus waait naar binnen via de zijdelingse blik. Het komt, zoals hier, om de hoek kijken. Het verzeilt in het beeld, het dwarrelt neer vanuit een andere betekeniscontext. In deze foto is het thema: een concert van een rockbandje tijdens een schoolfeest. Op zich levert dat niet meteen spetterende beelden op. Maar als je dan plots een bezorgde ouder door het raam ziet loeren, mag je die kans niet laten liggen. Dat de bassist nog maar half in het beeld staat, geeft aan dat het niet meer in de eerste plaats om hem te doen is, laat staan om het groepje waar hij deel van uitmaakt. De vlakverdeling levert, min of meer toevallig, een interessante compositie op. Het rode gordijn trekt, heel functioneel en meer nog dan het spiegelende raam, een lijn tussen binnen en buiten, tussen deze wereld en die andere, tussen deze context en die andere.