woensdag 20 mei 2009

dag 628

090506 woensdag
Om 5 op: onuitgeslapen, maag overhoop, hoofdpijn en weer die vervelende druk in de buurt van mijn rechteroksel. Ik ontwaakte uit een droom waarin ik […] * Manns dagboek. ‘De neiging tot bewondering van het vroegere kunnen – bedenkelijk.’ (240) Dat soort zinnetjes: de diepe maar machteloze afkeer van de ouder wordende man. Stilaan ook de vermoeidheid en de berusting. In zo’n dagboek ontstaat, door de voorlopigheid en de onafgewerktheid en het fragmentarische van de notities, een vreemd soort spanning die veel met intimiteit, vertrouwdheid en vereenzelviging te maken heeft. * Vanaf 7: Poëziekrant, afgewisseld met Mann. Hoe die dolenthousiast is – en terecht! – over Yourcenars Hadrianus. * Het verlangen om me in lectuur te begraven. Of: daarin weg te kruipen. Mann, Yourcenar… Alles wat nog wacht op een eerste of hernieuwde lectuur. * Ik begin eraan te denken om de hele structuur van de blog om te gooien. Het mag meer een dagboek worden. Ik voel al langer die behoefte. Alles wat te persoonlijk is, censureer ik weg – en het staat me natuurlijk vrij dat censureren door middel van een aanduiding als ‘[…]’ zichtbaar te maken. Maar de kunstmatige opdeling in rubrieken moet verdwijnen. Het moet meer een flow worden. En misschien kan ik door met kleur te werken de lezers alsnog naar het belangrijke, het afgewerkte leiden. Maar dat moet dan wel in het geheel opgenomen blijven. Hoe dan ook behoud ik de buffer van een dag of tien rijpen en bezinken. ‘Uit het nieuws’ kan dan dienen om kort op de bal te spelen – voor zover ik zoiets nog relevant vind, natuurlijk: ik wil niet de zoveelste blogger zijn die op alles wat komt aanwaaien zijn zeg wil doen. * S komt langs. We hebben het bij een koffie over woon- en verhuisplannen op de korte en middellange termijn. * In Blokken haalt Wim uit Zonhoven het van Valerie uit Strombeek-Bever. * Herschikking van de bloglayout. * Te voet naar De Slegte. Ik kom met een paar cadeauboeken thuis. In de Oude Zak stroomt net de Maricolen leeg. Opgedirkte dellen worden opgewacht door opgeschoten slungels. Nauwelijks de schoolpoort uit: sigaret op. * J vraagt me foto’s te maken in het park voor een affiche (officiële heropening ergens in juni, na de voltooiing van de herinrichting) en voor het wijkkrantje. Wanneer ik min of meer onverrichterzake alweer aan mijn deur sta, zie ik alsnog enkele kinderen opduiken en doen wat ik wilde dat ze zouden doen.

* Telefoon van S: ze heeft het huis! Blij voor haar. Verhuizing op 1 december. […] * […] * Mann en dan voorbereiding van de workshop in het LAAC van Duinkerke morgen. Ik zal maar op mijn improvisatietalent vertrouwen zeker? * Ik begin te kijken naar de film Caché; het dringt al van in de begingeneriek tot me door dat ik vergeten was dat ik de film zag toen hij in de bioscoop draaide een jaar of twee, misschien al drie geleden. Wanneer ik de al te slome Juliette Binoche zie, schakel ik over op het voetbal. Ik kijk twee kwartiertjes naar de miljonairs van Chelsea en Barcelona. * […] * Om kwart over 10 belt S. Ze zit in de Bottelier met J. Er wordt gesproken over het huis dat vanaf december zal worden gehuurd, over de workshops van morgen in Duinkerke, en over de ‘jeugd van tegenwoordig’ (mijn ervaring bij de Maricolen deze middag). * Terug thuis lees ik nog enkele dagboekbladzijden van Mann. De nadering van de laatste bladzijde, die de bladzijde is waarop de laatste notitie staat, de bladzijde waarop dit leven eindigt. TM ziet deze of gene persoon, bezoekt deze of gene stad en je weet, in zijn plaats of samen met hem: dit is de laatste keer. Het veroorzaakt een vreemde, akelige spanning. Een onmenselijke spanning want het is niet het perspectief van waaruit dat leven geleefd wordt: een mens hoort niet, zoals de lezer van een biografie of dagboeken, de exacte datum van het overlijden te kennen. * 12 naar bed.