081002 – 1958, het is vijftig jaar geleden dat in Brussel de Wereldtentoonstelling ontaardde in een massaorgie van vooruitgangsgeloof en technologie-enthousiasme. Die verjaardag werd en wordt dit jaar met allerlei publicaties, tv-programma’s en tentoonstellingen gevierd. Er is nostalgie, maar er is ook veel meewarigheid. Ik heb het allemaal niet zo gevolgd, maar volgend detail, mij nu ter ore gekomen, wil ik u toch nog niet onthouden. De bekende vijfpuntige Expo-ster, een ontwerp van Lucien De Roeck, mag gerust een voorbeeld van efficiënte beeldvorming worden genoemd: in die dagen moet het ontwerp futuristisch – en dus zeer hedendaags – hebben geoogd, en het blijft tot op vandaag met zijn punten in ons collectief geheugen haken.
Die ster, dat is Expo 58. Welnu, het feit dat de ster vijf punten heeft, is niet toevallig. Dat verneem ik nu. De punten verwijzen naar de vijf continenten. Heel banaal, eigenlijk. Maar ze verwijzen ook – en dáár is het mij hier om te doen – naar de vijf decennia van Belgische kolonisatie in Kongo! (‘De vijf dynamische punten staan tevens voor evenveel decennia Belgische kolonisatie in Kongo.’ – Uit een binnenkort te verschijnen boek over Lucien De Roeck.) Wij weten ook dat er op de Wereldtentoonstelling ‘negers’ werden geëxposeerd (in afgesloten ruimten, waarin zij hun plaatselijke gebruiken en technieken dienden te demonstreren), en dat zij na korte tijd werden geëvacueerd omdat sommige bezoekers deze curiositeiten bananenschillen toewierpen. En wat wij natuurlijk ook weten is dat een deel van de rijkdom die op de Heizel werd uitgestald, en deze uitstalling mogelijk maakte, uit het diepe Afrika afkomstig was.