
Eeklo - 080229, 20u55
Jean-Baptiste Camille Corot, De vijvers in Ville-d’Avray – ochtendnevel (1868)
Een moerasbos. Of een vochtige wei naast een bos. Een grijze dag in de vroege herfst. Nevel. Alles heeft dezelfde toon, dezelfde kleur. Eigenlijk heeft alles geen kleur. Hier hangt een monotone sfeer waarin alles opgaat: de bomen, het water, de lucht, de drie figuren – twee koeien en een mens. Die mens draagt de kleuren van die koeien, heeft ook een witte toets op de kop en komt daardoor als het ware op een zelfde lijn met de koeien te staan. Ik zie berken, ook met een witte toets. Afgewaaide takken: is er een storm geweest? Het schilderij ademt een troosteloze sfeer, het maakt een koude, kille indruk.
Thompson:
Het schilderij meet een bij anderhalve meter. Corot schildert dit doek op 72-jarige leeftijd. Hij ervaart het landschap als een geïdealiseerde eenheid, ‘waarin natuur, mensen en goden in perfecte harmonie samenle[v]en’. Dit schilderij is een klassieke pastorale. Het tijdstip, de ochtend, is van belang: het gaat om het licht, de sfeer, de stemming. Alles heeft dezelfde grijsgroene en lichtlila tint, ‘een beetje schimmig en zwevend’.
Corot benadert het landschap als ‘dichter en denker’, niet als waarnemingsdeskundige. Zijn invloed op het impressionisme is groot.
Louise Bourgeois is geboren in 1911, zij is nog steeds actief.
In vergelijking met de doorleefde privémythologie van Louise Bourgeois is die van Jan Fabre gratuit. Fabre beeldt, zeer ambitieus, de grote, algemene thema’s uit: leven, dood, het kunstenaarschap. Hij trekt potsierlijk als gepantserde krijger ten strijde om ‘de schoonheid’ te verdedigen. Bourgeois brengt persoonlijke feiten in kaart, en bereikt universele zeggingskracht door de esthetische kwaliteiten van haar werk. Zij maakt échte tekeningen, échte beelden, échte installaties. Esthetiek komt bij haar voor concept. Fabre schenkt mij dat genoegen niet. Zijn werk is vaak origineel en beklijvend, daar niet van (hij maakt bijvoorbeeld met ijzerdraad en botschijven een kleed dat enkel een leegte verhult), maar het blijft toch vooral cerebraal, een uitbeelding van ideeën. Dat verschil tussen beide kunstenaars blijkt ook uit het feit dat Bourgeois veel nadrukkelijker is ingebed in de kunstgeschiedenis. Haar totems, die zij ‘personages’ noemt, vertonen een grote verwantschap met de zogenaamd primitieve kunst. Er zijn links te leggen met uiteenlopende kunstenaars als Giacometti en Duchamp. Niet dat ze modieus is, verre van, maar ze staat niet buiten de 20ste-eeuwse kunst. Met alles wat ze maakt, drukt ze een eigen stempel, het is herkenbaar ‘Bourgeois’. Maar met niet één tekening, beeld, textiel of installatie gaat ze volledig op zichzelf staan. Zoals Fabre, met zijn op de duur irritante hang naar originaliteit (keverschilden, bicblauwe tekeningen, hesp…). Om het nu even geleerd te zeggen: Bourgeois’ werken zijn onderling en met de buitenwereld verweven, Fabres werk is idiosyncratisch, wat meteen verklaart waarom het zoveel uitleg behoeft en ook waarom de dialoog die het met de kunstwerken in het Louvre aangaat vrijblijvend, niet-dwingend overkomt.
Enkele observaties, hier uitgeschreven op basis van wat ik noteerde tijdens mijn bezoek aan de tentoonstelling:
- een penis wordt ‘little girl’ genoemd of, in het Frans, ‘fillette’
- op de onderkant van een blad waarop LB in 1968 met rode inkt een boom heeft geschilderd, staat gedrukt: ‘Strathmore drawing board n° 74 […] [use other side]’; LB doorstreepte ‘use other side’ en plaatste in de plaats daarvan haar signatuur
- anatomie / psychologie / landschap / materie / architectuur (nest, geborgenheid, huis) / geest
- spiraaltrap leidt naar cirkelvormig platform waarop enkel een bed staat; elektroden leiden naar kleren die aan een als kapstok fungerend bot hangen
- ‘the tapestry of memory is woven and rewoven’
- ‘it is not so much where my motivation comes from but rather how it manages to survive’
- ‘le désir et le besoin humain d’être en relation ou d’appartenir à quelque chose, de faire partie d’une famille, d’une communauté’
- ‘le présent doit nier le passé’