vrijdag 11 maart 2005

Mijn eigen namen (18)

AGALEV
Gisteren zag ik een vergadering van vakbondsafgevaardigden en werkgevers en dergelijke. Op tv, natuurlijk. Allemaal oudere mannen – geen vrouwen en ook geen manwijven! – op een rij: een beetje doorgezakt, gezet, gerimpeld. Veel grijze haren en kaak- en bovenlipbegroeiing. Veel ervaring. Veel ervaringen op basis van aanvaringen. En aan het hoofd van de tafel zaten daar, fris en monter, twee ministers. Federale ministers dan nog. Op hen waren het meeste camera’s gericht. Maar ook zo kon je ze gemakkelijk herkennen, daar aan het hoofd van die lange tafel vol eminente grijsaards. De ene was een prettig ogend meisje, jong nog en duidelijk vers gewassen en gestreken. Onder haar witte tanden glimlachte een mooie rode décolleté, het was alsof ze twee keer lachte voor de prijs van één. En dat deed ze aanhoudend. Ze kon quasi achteloos poseren voor een fotograaf van Het Laagste Nieuws én, brilletje op de neus, bladeren in een topzwaar dossier tegelijk. Dat brilletje gaf haar een soort van frivool sérieux. De andere, een jongeman reeds, had al de baard in de keel en wat wijkend haar maar zag er voor het overige uit alsof hij tegen de poot van zijn stoel zijn boekentas had neergezet met in het schooletui daarin tussen zijn kleurpotloden de nieuwste reeks prenten van Pokémon. Straks, tijdens de speeltijd, zouden ze ruilen. (Of misschien was het een washandje met knikkers?)
Dat kinderen regeren hebben we te danken – onder meer – aan de snoodaard die een kwarteeuw geleden een kindernaam gaf aan zijn nieuwe politieke partij. Die man is nu zelf natuurlijk allang uitgerangeerd wegens ‘te oud’, maar hij mag dáár in elk geval prat op gaan: op zijn bijdrage tot de verkleutering, op zijn bijdrage tot de inmiddels geïnstitutionaliseerde onwil om ernstige, volwassen zaken op een ernstige, volwassen manier te benaderen en voor te stellen.
De partij ‘Anders Gaan Leven’ heet inmiddels ‘Groen!’ (Het uitroepteken valt wel degelijk bínnen de aanhalingstekens.) Met dat uitroepteken in haar naam blijft de partij Groen! aangeven dat ze zichzelf, als politieke partij, niet ernstig neemt. Trouwens, ik, die altijd groen-links heb gestemd, argwaan instellingen die zichzelf uitroeptekens, punten, ampersanten en wat weet ik al niet voor een leestekens toekennen. Ik vind dat het met letters moet volstaan.
De twee kleuters aan die tafel lachen en grappen. De grijze mannen kijken ernstig voor zich uit en wachten tot die twee zijn uitgelachen om aan het werkelijk belangrijke werk te beginnen.

Toevoeging: Is het toeval of niet dat de vaders van beide excellenties van wie hier sprake is tot voor kort allebei nog zelf aanwezig waren in de Belgische politiek als minister en inmiddels in een walm van hautain cynisme van het politieke podium zijn gestapt?