woensdag 31 juli 2024

Chantal Akerman, Mijn moeder lacht

notitie 435

LACH

Onlangs werd Jeanne Dielman, 23 quai du Commerce, 1080 Bruxelles van de Belgische cineaste Chantal Akerman door een eerbiedwaardig panel uitgeroepen tot ‘beste film aller tijden’. Ik vind dat een merkwaardige keuze. Ik heb, ooit, een poging ondernomen om Jeanne Dielman uit te kijken. Uiteraard heeft de film onmiskenbare kwaliteiten, maar ‘de beste aller tijden’? Bovendien komt het me voor dat deze drieënhalf uur durende, zeer statische en opzettelijk ‘saaie’ film veel van zijn spankracht haalt uit zijn einde – maar dat einde werd voor mij gespoild, en dus is die spankracht voor een groot deel weg. (Maar ik beloof: ik zal zeker nog eens een poging wagen.)

Ik zag nog andere films van Akerman. News From Home vond ik zeer goed: https://pascaldigital.blogspot.com/2016/03/chantal-akerman-news-from-home.html. Les rendez-vous d’Anna ook: https://pascaldigital.blogspot.com/2016/05/vierenvijftig-182.html. Met Je, tu, il, elle had ik al meer moeite: https://pascaldigital.blogspot.com/2022/09/notitie-293.html.

Ik wou nu iets over Akerman schrijven omdat ik haar boek Mijn moeder lacht heb gelezen, maar ik merk dat ik wat ik over haar te zeggen had al eens héb gezegd: ‘Mijn relatie met Chantal Akerman is niet eenduidig. Niet onverdeeld bewonderend. Niet van enig snobisme gespeend ook, moet ik toegeven.’ En dat ik haar ‘een aantrekkelijke, mooie vrouw’ vind, speelt zeker ook een rol. Ik laat mij hierbij leiden door – ik geef het toe – een weinig ter zake doende mannelijke blik.

Mijn gevoel is dus ambigu. En dat gevoel is na het bezoeken van de aan Akerman gewijde tentoonstelling onlangs in Bozar en het lezen van haar boek alleen maar versterkt. Akerman lijkt mij een ambitieuze, getormenteerde, zeer onzekere maar desalniettemin daadkrachtige vrouw die, steunend op een onmiskenbaar talent, tot de hoogste regionen van de filmgeschiedenis heeft weten door te stoten. Daar wordt nu, uitermate cinefiel, de herinnering aan haar gekoesterd en levendig gehouden. Maar misschien is de plaats die ze daar bekleedt toch een beetje overroepen.

Als schrijfster maakt ze op mij een gelijkaardige indruk. Sympathiek, onze aandacht waard, maar onorthodox, om niet te zeggen amateuristisch, in elk geval hoogst eigenzinnig. En kwetsbaar.

Mijn moeder lacht gaat niet alleen over Akermans moeder, die de kampen heeft overleefd en daar – zoals de meeste overlevers – nooit over spreekt, maar ook over haar stukgelopen relatie met ‘C.’ en over enkele familieleden. Haar kunst en haar artistieke activiteit op dat moment (nauwelijks twee jaar jaar voor haar dood, die zij kort na het overlijden van haar moeder zelf koos) komen nauwelijks aan bod. Neen, dit boek is vooral het verslag van de onontkoombare neergang van een mensenleven. De kleine besognes en de grote haperingen. Het sloffen van keukentafel naar keukenkast en terug. De poreuze botten. Het gesukkel. De moeilijke relatie van een dochter met haar moeder. De ontwijkende gesprekken waarin het onzegbare ongezegd blijft, waarin de stiltes verstenen tot leegtes die nooit meer zullen kunnen worden opgevuld. Akerman probeert dit onvermogen, dit anticiperen op het einde te vatten met een nauwelijks opgepoetste taal, die vaak niet veel meer is dan een inderhaast genoteerde weergave van pijnlijk eenvoudige gebeurtenissen en handelingen en vooral niet-gebeurtenissen en niet-handelingen.

Dit boek ademt vergeefsheid, schamele uitzichtloosheid. Akermans compromisloze eerlijkheid (die zij ook in haar films aan de dag legt) maakt haar verslag aangrijpend. En ook confronterend.

Mijn moeder lacht spoort me aan om Akermans films opnieuw of volledig te bekijken. Om nog meer van haar oeuvre te ontdekken, eerlijk en zonder vooroordelen. Dan kan ik in die prachtige lach, die zo nadrukkelijk naar voren springt op het blad dat Google Afbeeldingen toont als ik daar haar naam intik, een lach waarin ik nu vaak, misschien onterecht, gekweldheid zie – hopelijk kan ik in die lach dan eindelijk ook vreugde en trots lezen.


Chantal Akerman, Mijn moeder lacht (vertaling (2024) door Martine Woudt van Ma mère rit (2013))