vrijdag 26 juli 2024

Jesse Ball, Zelfportret

notitie 433


HET ZELFPORTRET ALS AANSPORING


Een voor mij onbekende auteur, Amerikaan, geboortejaar 1978. Een klein boekje (115 bladzijden), stevig afgeprijsd in de soldenbak van de Fnac. Jesse Ball, auteur van Census. Tiens, die titel zegt mij iets. Was die roman een tijdje geleden niet in de belangstelling? Gezien in de boekhandel? Een recensie zien passeren? Enfin, ik ben altijd bereid om een nieuwe naam te leren kennen en laat mij verleiden, niet het minst ook door de mooie en aansprekende coverillustratie.

In het ‘memoir’ Zelfportret schetst Jesse Ball aan de hand van talrijke anekdotes, herinneringen en denkbeelden een beeld van zichzelf. Dit is geen chronologisch opgebouwde autobiografie. Voorgeschiedenis, afkomst: het blijft allemaal grotendeels onbesproken. Neen, dit is een – schijnbaar willekeurig geordende – opsomming van eigenaardigheden, eigenzinnigheden, tics, voorkeuren, voorbeelden van vaak afwijkend gedrag. Ball stelt zichzelf voor als een non-conformist. Hij heeft lak aan hoe hij wordt gezien. Achteloos strooit hij weetjes over zichzelf de wereld in.

De compositie van het boek is bizar. Het lijkt wel een vrije associatie, afgeraffeld op de sofa van de psych. Van de hak op de tak springt Ball van het ene naar het andere over. Een reisherinnering, een voorkeur of een hekel, een mening – dat alles in een doorlopende tekst, zonder alinea’s, zonder overgang. Zonder enige rangorde van belangrijkheid. Triviale observaties komen naast ingrijpende gebeurtenissen te staan. Meestal valt ook niet te achterhalen waarom het ene op het andere volgt.

Af en toe sluipt een korte toelichting binnen over de methode van het schrijven. ‘Ik geloof (net als veel andere schrijvers door de eeuwen heen) dat een tekst ongrijpbaar moet zijn en dat de handeling van een tekst lezen de lezer bewust moet maken van het leven dat hij leidt. (…) Om zo teksten te kunnen schrijven moet je vóór het punt van totale uitleg stoppen.’ (81-82) Beide instructies neemt de auteur ter harte. En dan volgt er nog een derde: ‘In mijn ogen staat het dubbelzinnige dichter bij de werkelijkheid dan het realistische.’ (82)

Ball vraagt met andere woorden de lezer oog te hebben voor dat dubbelzinnige. De lezer moet zich afvragen waarom Ball die schijnbare willekeur hanteert. Die willekeur zou arrogant kunnen overkomen. De welwillende lezer moet een reden vinden om Ball niet arrogant te vinden.

Stilaan wordt iets duidelijk. Af en toe, verspreid in de tekst, komt een herhaling voor. ‘Maar dat heb je toch al verteld, Jesse?’ denkt de lezer. ‘Dat kan toch geen achteloosheid of slordigheid zijn?’ (Ook al pocht Ball in zijn ‘Woord van dank’ dat hij zijn boek ‘op een dag in december 2017’ heeft geschreven. Wat ik niet geloof.)

Maar misschien is die slordigheid bedoeld. Wat Ball duidelijk maakt, is dat er in dit leven geen vooropgesteld plan is. Geen verhaal en dus ook geen bedenker van dat verhaal. (Veraal, zou José De Cauwer zeggen.) Dat het leven zelf slordig is. Dat het aandacht vergt om toch een lijn te ontwaren en om zin aan dat leven te verlenen. Ball nodigt de lezer uit om aandachtig te zijn, om bewust te zijn van het leven dat hij (zij) leidt.

De associatieketen eindigt abrupt – maar hoe zou het anders kunnen? – met een observatie. Een dubbele observatie eigenlijk. Ball voelt zich ‘volkomen verpletterd’ bij het zien van een zwerm van duizenden vogels: ‘volledig gevloerd in mijn hart en leven door de ontzagwekkendheid van wat ik zag’. Tegelijkertijd verbaast hij zich over het feit dat de mensen op straat ‘dit spektakel’ niet zien, ‘dat het in hun ogen niets betekende.’ En hij besluit, met deernis, niet met minachting: ‘Ze konden het niet eens zien.’ (114-115)

Dit Zelfportret is een eerlijk, door de onsamenhangende nevenschikkingen uitermate poëtisch, vlot verteld en aangrijpend – euh – zelfportret, maar het is vooral een oproep om beter naar zichzelf en naar de wereld te kijken en om, bijgevolg, intenser te leven. Goed besteed, die 6 ipv 20 euro.


Jesse Ball, Zelfportret (vertaling (2022) door Jan Willem Reitsma van Autoportrait (2022))