Ik kreeg wat commentaren op mijn post over de pauselijke provocatie. Remco en Sibelius wijzen mij er op dat de pauselijke onfeilbaarheid enkel geldt voor pauselijke toespraken ‘ex cathedra’, niet voor een causerietje met Regensburger theologen. Alsof dat causerietje niet goed voorbereid en weldoordacht zou zijn. En RC (in een mail) wrijft mij aan dat ik gedachteloos meeheul met de op sensatie beluste media, die maar al te graag de pauselijke woorden uit de context van een zorgvuldig betoog wegknippen terwijl het om niet méér ging dan een citaat van een 14de-eeuwse Byzantijnse keizer die, omdat hij net door een woest leger van woedende Turken in het nauw gedreven was, uiteraard niet veel goeds over de islam wist te bedenken. Daar mag, gezien de vrouwonvriendelijkheid en de neiging tot fanatisme en de manipuleerbaarheid van de gelovige islamitische massa’s wel wat voor te zeggen zijn, maar ik zal daarom mijn overtuiging nog niet laten varen dat de pauselijke ‘verspreking’ wel degelijk een provocatie was.
De provocatie van de paus ligt hem in de (bewuste?) onderschatting van de impact van zijn woorden. Hij wéét dat zijn citaat uit de context zal worden weggeknipt door de op sensatie beluste media, dus moet hij daar rekening mee houden. Dat heeft hij niet gedaan. Dat getuigt, op z'n zachtst gezegd, van wereldvreemdheid. En wat moeten wij met een wereldvreemde paus die zijn woorden, ook al betreft het een citaat, niet honderd keer wikt en weegt? Ondertussen is in Afrika een Italiaanse non vermoord, wellicht als reactie op die uitspraak. Die non, op haar manier misschien ook wereldvreemd (maar dat doet er hier niet toe), keert alvast niet terug – het valt voor de paus en alle nog levende nonnen te hopen dat het bij dat ene slachtoffer van zijn onvoorzichtigheid blijft. En wat dat ‘ex cathedra’ betreft, dat is natuurlijk te gek om los te lopen. Ik ben nog bereid om te aanvaarden dat de paus onfeilbaarheid nodig heeft om paus te kunnen zijn; elke autoriteit heeft prerogatieven nodig. Onfeilbaarheid is wel een beetje een extreem prerogatief maar alla. Waar ik niet bij kan, is dat iemand, het weze nu nog de paus, de ene keer wel en de andere keer niet onfeilbaar is. Op zo iemand kun je als buitenstaander niet bogen. Onfeilbaarheid en inconsequentie gaan niet samen. Wie tijdens het spelen van het spel de regels verandert, stelt zich onsympathiek op.